DE PEETVADER
|
|
|
|
DE PEETVADER
| ||
          |
Om een ontsnapte gevangene te vinden houden de bewakers Rataplan een bal aan een ketting voor. Rataplan denkt dat hij in de boeien geslagen gaat worden en gaat er vandoor. Hij komt terecht bij een stel schapenhouders, die door een samenloop van omstandigheden denken dat Rataplan een goede bewaker is. De schapenhouders worden geteisterd door woldieven, die 's-nachts de schapen scheren. Rataplan gaat, vermomd met een ramsvacht, waken (lees: slapen) tussen de schapen. De dieven slaan weer toe en krijgen alle schapen te pakken. Dan blijkt dat het ze gaat om een schatkaart, die op de rug van één van de schapen in getatoueerd. Het geld wordt gevonden maar blijkt inmiddels waardeloos, dus moeten ze op andere manieren aan geld komen. Diverse overvallen worden gepleegd, die steeds uitsluitend door het onvoorspelbare gedrag van Rataplan niet mislukken. Rataplan, door de bandieten inmiddels Peetvader genoemd, wordt hierdoor een gezochte bandiet.
|