Kjeld Kirk Kristiansen
Kjelds achternaam wordt gespeld met een "K", in plaats van een "Ch", wat komt door een fout op zijn geboorteakte; hij heeft de spelling echter aangehouden.

In 1970 bestond het personeel van de LEGO Group uit meer dan 900 personen. In de komende decennia werd aanzienlijk uitgebreid door grenzen te verleggen wat betreft het maken van speelgoed en in marketing. Lego ging zich ook richten op meiden met de introductie van meubelstukken en poppenhuizen in 1971. Het Lego universum breidde in 1972 haar transportmogelijkheden uit met toevoegingen als boot- en schipsets, met holle onderdelen die ook echt konden drijven.

In diezelfde periode nam de zoon van Godtfred Kirk Chirstiansen, Kjeld Kirk Kristiansen, deel aan het bestuur van het bedrijf, nadat hij zijn handelsgraad in Zwitserland en Denemarken had behaald. Een van Kjelds eerste bezigheden binnen het bedrijf was de oprichting van een fonds voor productiefaciliteiten en een afdeling voor onderzoek en ontwikkeling die verantwoordelijk was voor het up-to-date houden van de productiemethoden van het bedrijf. Menselijke figuurtjes met beweegbare armen verschenen in 1974 in de "Lego Family" sets, die uitgroeide tot de best verkochte sets in die tijd; in datzelfde jaar was al eerder een "minifigure" uitgebracht, maar deze kon niet bewegen en had geen geprint gezicht op zijn hoofd. Er werd een Legofabriek geopend in Enfield, Connecticut in de Verenigde Staten.

In 1975 werden voor het eerst "Expert Series" verkocht, bedoeld voor de wat oudere, meer ervaren Legobouwers. De lijn ontwikkelde zich al snel in de "Expert Builder" sets, die in 1977 werden uitgebracht. Deze technische sets bevatten bewegende onderdelen als wielen, assen, tandradjes en universele verbindingselementen, waardoor de mogelijkheid ontstond om realistische auto's te bouwen, die levensecht konden bewegen en sturen. Ten slotte kwam de Legowereld in 1978 samen om het LEGO "minifigure" toe te voegen, zoals het tot op heden bekend is. Deze kleine poppetjes hebben beweegbare armen en benen en een vriendelijke lach. Het figuurtje werd in verschillende Legosets toegevoegd, waardoor kopers de mogelijkheid hadden om grote steden te bouwen met gebouwen, wegen, voertuigen, treinen en boten die op dezelfde schaal waren gemaakt en konden worden bevolkt door de lachende Legominifiguurtjes.

Een andere noemswaardige uitbreiding aan de Legolijn vond plaats in 1979, toen de LEGO Space sets werden uitgebracht. Astronauten minifiguurtjes, raketten, maanlanders en ruimteschepen vormden deze serie. Fabuland, een fantasy serie bedoeld voor jongere kinderen, kwam eveneens dit jaar op de markt, net als Scala, een serie met juweelachtige elementen voor jonge meisjes. In dat jaar werd Kjeld Kirk Christiansen de president van LEGO; het komende decennium bewees dat LEGO nog steeds een sterk product was.

Legostenen waren altijd bedoeld om te bouwen, wat door sommige onderwijzers als bijzonder waardevol werd beschouwd bij het ontwikkelen van creativiteit en de vaardigheid om problemen op te lossen bij kinderen. Sinds de jaren 60 gebruikten leerkrachten de Legostenen in het klaslokaal voor verschillende redenen. In 1980 richtte de LEGO Group de Educational Products Department op (uiteindelijk hernoemd als Lego Dacta in 1989) met als doel om de educationele mogelijkheden van het speelgoed uit te breiden. In Zwitserland werd een verpakfabriek geopend, gevolgd door een andere in Jutland, Denemarken die Legobanden vervaardigde.

1981-1996: hoogtepunt van populariteit

In 1981 verscheen de tweede generatie Legotreinen. Deze waren verkrijgbaar in zowel 4,5 volt (batterij) of 12 volt (via lichtnet), maar nu was er een groter aanbod van accessoires, waaronder werkende lichten en afstandsbediening.

De "Expert Builder" serie werd in 1982 omgedoopt tot de "Technic" serie. Op 13 augustus van dat jaar vierde de LEGO group zijn 50e verjaardag; het boek "50 Years of Play" werd uitgegeven ter gelegenheid van deze mijlpaal. In het jaar daarna breidde het Duplo systeem uit met sets die waren bedoeld voor nog jongere kinderen, met name baby's; deze sets bevatten onder andere rammelaars en poppetjes met verstelbare ledematen. Het jaar daarna werd met de introductie van de Castle sets het aantal minifiguren uitgebreid met de komst van ridders en paarden. In 1984 werd de Technic-lijn uitgebreid met de komst van pneumatische onderdelen. Een jaar later, in 1985, kwamen de "Licht en Geluid" sets op de markt; deze sets bevatten een batterijhouder met elektrische lampjes, trillingen en andere accessoires om een andere dimensie aan te geven aan het realisme van de bouwsels van Lego. Ook kwam de educationele afdeling van de LEGO Group in dat jaar met de Technic Computer Control, een leersysteem met robots, vrachtwagens en andere gemotoriseerde modellen van Technic, die met een computer konden worden bestuurd. In dat jaar opende in Manaus, Brazilië een nieuwe Legofabriek.

In augustus 1988 deden 38 kinderen van 17 verschillende landen mee aan de eerste Lego Wereld Beker bouwwedstrijd in Billund. LEGO breidde opnieuw uit in 1989 met de komst van de Pirates sets, die bestond uit een aantal piratenschepen, eilanden en schatten; de serie was ook de eerste die afweek van het standaardgezicht van de minifiguren om op die manier een reeks piratenfiguren te creëren. In dat jaar werd de Educational Products Department van de LEGO Group hernoemd naar LEGO Dakta; de naam is afgeleid van het Griekse woord "didactic", wat ongeveer betekent "de studie van het leerproces". Dr. Seymour Papert van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) werd "Lego Professor of Learning research" genoemd, na zijn vele werk om de Logo programmeertaal met de Legoproducten te combineren.

1997-2005: imagoverlies en dreigend faillissement

Aan het einde van de jaren 90 van de twintigste eeuw wint de (spel)computer aan populariteit. De LEGO Group voelde zich genoodzaakt om het aanbod van Legoproducten in de breedste zin te gaan uitbreiden. Computerspellen werden geïntroduceerd, kleding werd op de markt gebracht en het aantal doelgroepen werd uitgebreid: met de Clickits sets konden meisjes bijvoorbeeld sieraden maken; "Lego 4 Juniors" was bedoeld voor kinderen vanaf 4 jaar. Het was een overgang tussen Duplo en Lego, waarbij het vooral veel van Lego weghad. De minifiguren waren groter uitgevoerd en de bouwstenen waren minder klein. Dat laatste aspect werd in alle sets doorgevoerd: kleinere elementen werden vervangen door grotere, waardoor LEGO een jongere doelgroep probeerde te bereiken. Dit leidde echter tot ergernis bij de oudere generatie Legobouwers (waaronder AFOLs, de volwassen Legofans): de grote elementen waren nauwelijks bruikbaar voor eigen creaties, en voor sommige sets was weinig tijd nodig om ze in elkaar te zetten. Het traditionele bouwen ging verloren, het aspect waar LEGO om bekendstond.

Vanaf 1999 kreeg de LEGO Group het recht om gelicenseerde series als Star Wars en Harry Potter op de markt te brengen; er kwamen minifiguren uit die op deze thema's betrekking hadden en sprekend leken op de personages uit de series. Naast Star Wars en Harry Potter kwamen er ook sets van Spider-man, Batman en in 2008 van Indiana Jones. De variatie in gezichten werd uitgebreid: naast de bekende lach werden nu ook wenkbrauwen, plukjes haar en brillen aan de gezichtjes toegevoegd, waardoor ze realistischer leken. Met de introductie van LEGO Basketball in 2003 kwamen ook bruine minifiguren op de markt.

2005-heden: terugkeer naar het traditionele bouwen

Nadat Lego jarenlang te maken had met verliezen en op het randje van een faillissement stond, besloot het bedrijf om het roer weer om te gooien. Door mee te gaan met de vele nieuwe trends en in te spelen op films en televisieseries als Harry Potter en Batman verloor Lego haar reputatie als "het speelgoed met de vele blokjes". Het traditionele bouwen was minder belangrijk geworden; de laatste jaren investeerde het bedrijf hier niet tot nauwelijks meer in. De sets die nog bestonden, bevatten vooral grote geprefabriceerde elementen, waardoor bouwen niets meer voorstelde. Daarom werden nieuwe sets ontworpen met veel nieuwe en kleinere elementen. Het traditionele bouwen, waar Lego om bekendstond, krijgt inmiddels weer prioriteit. De sets met als thema "de stad" (City) blijken een succes te zijn. In 2005 werd na de dip weer voor het eerst winst gemaakt. Er verschenen vanaf dan weer tal van series met elk een specifiek thema, zoals LEGO Power Miners, LEGO Agents, LEGO Mars Mission.

Naast deze sets heeft het bedrijf een nieuwe trend gecreëerd: modular houses oftewel modulaire huizen. Dit zijn gebouwen met meerdere verdiepingen (bouwen met modules, ofwel lagen) die los op elkaar zitten. Voordeel hiervan is dat de woningen kunnen worden ingericht, maar dat er ook meerdere verdiepingen tussen kunnen worden geplaatst. Op de website van Lego Factory kunnen Lego-fans zelf gebouwen ontwerpen. Opvallend is dat er steeds meer "modular houses" worden toegevoegd. Via een aantal standaardafmetingen - op de grondplaat moeten enkele verbindingselementen worden geplaatst - kunnen de huizen en gebouwen aan elkaar worden "geklikt". Hierdoor ontstaat een rij woningen, waarvan zowel inhoud als vorm naar de wensen van de fans kunnen worden aangepast. Lego heeft zelf drie sets op de markt gebracht die volgens dit principe werken. Via fotovoorbeelden en geschreven informatie krijgt men een indruk van dit nieuwe systeem. Vooralsnog zijn deze sets alleen via de website van Lego te bestellen. Nederlander Erik Brok heeft met een team één van de sets ontworpen en behoort daarmee tot de grondleggers van het "modulaire bouwen". Sinds 1 oktober 2009 is Lego Factory overgegaan naar Lego DesignByMe.