
LEGO is een Deense speelgoedfabrikant van
gekleurde kunststofblokjes en -figuurtjes. Het familiebedrijf is de grootste
speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld, na Mattel en
voor Hasbro. In 2013 presteerde de LEGO Group een recordomzet van 25,3 miljard
Deense kroon (3,4 miljard euro).
De winst steeg in 2013 tot een recordniveau van 8,2 miljard kroon
(1,1 miljard euro) voor belastingen resp. 6,1 miljard kroon (818 miljoen euro)
na belastingaftrek.
LEGO heeft al twee keer de prijs "speelgoed van de
eeuw" gewonnen. De naam "LEGO" refereert inmiddels niet alleen aan de fabrikant
zelf, maar is een soortnaam voor het speelgoed geworden.
 |
 |
LEGO-blokjes |
Geschiedenis
In 1916 begon Ole Kirk Christiansen in het Deense
stadje Billund een houtbewerkingszaakje. De eerste jaren maakte hij voornamelijk
meubels, maar vanaf 1932 ging hij zich ook toeleggen op houten speelgoed en kwam
de naam LEGO in gebruik. De naam "LEGO" is afgeleid van de Deense woorden "LEg
GOdt" (speel goed). Later bleek het woord in het Latijn te interpreteren als "ik
verzamel" (ook "ik kies" of "ik lees"). De eerste slagzin van LEGO was Det
bedste er ikke for godt (Nederlands: Het beste is niet goed genoeg).
Toen na de Tweede Wereldoorlog het gebruik van
kunststof steeds populairder werd ging Christiansen dit materiaal ook gebruiken
voor zijn speelgoed. In 1947 begon het bedrijf onder licentie plastic bouwstenen
te produceren: blokjes met aan de bovenkant ronde noppen en hol aan de
onderzijde, waardoor de blokjes aan elkaar verbonden konden worden. In 1957
patenteerde LEGO een belangrijke verbetering: door buisjes in de onderzijde van
de steentjes te plaatsen, konden ze op meer manieren aan elkaar verbonden
worden. Dat werd het LEGO-steentje zoals we dat nu kennen. In die tijd werd
echter een mindere kwaliteit plastic (celluloseacetaat) gebruikt.
De slechte kwaliteit van de steentjes bezorgde LEGO een
slechte naam en de zaken gingen steeds slechter. In 1958 overleed Ole Kirk
Christiansen en de zaken werden overgenomen door zijn zoon Godtfred Christiansen.
Langzaam ging de kwaliteit van de kunststof steentjes vooruit en de zaken gingen
beter. Nadat in 1960 een opslagplaats in vlammen opging, werd besloten te
stoppen met het houten speelgoed en de kunststofblokjes tot "core business" te
verheffen.
1916-1958: van houten speelgoed naar plastic blokjes
Opmerking
Volgens een werknemer van Lego in Denemarken,
was Ole Kirks overstap naar de speelgoedproductie geïnspireerd door de
overheid in plaats van door zichzelf. Verschillende literaire uittreksels
beweren echter het tegengestelde, door te zeggen dat Ole Kirk zélf besloot
om te beginnen met het maken van speelgoed. Veel persoonlijke gesprekken en
verhalen suggereren dat toen de werkplaats van Ole Kirk in 1932 in vlammen
opging, een lokaal sociaal werker met het idee kwam, of hem anders
stimuleerde om speelgoed te gaan maken.
LEGO (Creation Centre,
LEGOLAND Windsor)

De ontwikkeling van
Legostenen: in het begin met een holle onderkant, later met holle buisjes en
plastic scheidingswandjes voor meer verbindingsmogelijkheden

De ontwikkeling van
Legostenen
De LEGO Group had een moeilijke start in de werkplaats
van Ole Kirk Christiansen, een timmerman uit Billund, Denemarken. In 1916 kocht
Christiansen een houtbewerkingswinkel in Billund die al sinds 1895 bestond. Hij
verdiende geld met het bouwen van huizen en meubels voor boeren in de omgeving,
met de hulp van een kleine groep leerlingen. Zijn werkplaats brandde in 1924 af,
nadat twee van zijn jongste zonen een aantal stukken hout in brand hadden
gestoken. Onverschrokken als hij was, zag Ole Kirk de ramp als een mogelijkheid
om een grotere werkplaats te bouwen, en hij maakte plannen om zijn bedrijf
verder uit te breiden; toch zou de aankomende Grote Depressie een grote impact
op zijn leven gaan krijgen. Tijdens het zoeken naar een manier om zijn
productiekosten zo laag mogelijk te houden, begon Ole Kirk met het maken van
miniatuurversies van zijn producten als hulp bij het ontwerpen. Het waren
uiteindelijk de miniatuurladdertjes en ijzeren bordjes die hem inspireerden om
speelgoed te gaan maken. In 1932 begon Ole Kirks winkel met het maken van houten
trekpoppen, spaarpotten, auto's en vrachtwagens. Hij kreeg een bescheiden
hoeveelheid succes, maar gezinnen waren arm en vaak niet in staat om zulke
stukken speelgoed aan te schaffen. Boeren in de omgeving gaven hem soms eten in
ruil voor zijn speelgoed; Ole Kirk vond dat hij, naast het produceren van
speelgoed, moest doorgaan met het maken van meubilair, om in zijn
levensonderhoud te kunnen voorzien. In het midden van de jaren 30 zorgde de
jojo-rage ervoor dat hij voor een korte periode werk had, tot deze rage echter
plotseling ophield. Opnieuw wist Ole Kirk dit nadeel om te zetten in zijn
voordeel door de niet-gebruikte jojo-onderdelen te gebruiken als wielen voor
speelgoedvrachtwagens. Zijn zoon Godtfred ging in die tijd voor hem werken en
nam actief deel aan het bedrijf.
In 1934 werd het bedrijf omgedoopt in de naam "LEGO".
Ole Kirk hield een wedstrijd onder zijn werknemers om te zien wie met de beste
naam voor het bedrijf kwam, waarbij hij een fles huisgemaakte wijn als prijs
uitloofde. Christiansen bedacht zelf ook twee namen, "Legio" (met het idee van
speelgoed om te verzamelen) en "LEGO", een zelfgemaakt woord dat is afgeleid
door het Deense zinsdeel leg godt, wat "speel goed" betekent. Later
ontdekte de LEGO Group dat "LEGO" in het Latijn ook kon worden geïnterpreteerd
als "ik zet in elkaar", "ik verzamel" of “ik leer”.
Toen plastic op grote schaal werd gebruikt, ging Ole
Kirk met zijn tijd mee door plastic speelgoed te gaan produceren. Een van de
eerste stukken modulair speelgoed dat werd gemaakt, was een vrachtwagen die uit
elkaar kon worden gehaald en opnieuw kon worden samengesteld. In 1947 verkregen
Ole Kirk en Godtfred enkele voorbeelden van blokstelselachtige plastic
bouwsteentjes die werden gemaakt door het bedrijf Kiddicraft. Deze zogenoemde "Kiddicraft
Self-Locking Building Bricks" waren ontworpen door Hilary Harry Fisher Page, een
Brits inwoner die er patent op had. In 1949 begon de LEGO Group met het
produceren van soortgelijke bouwstenen, die "Automatic Binding Bricks" werden
genoemd. De Legostenen werden gemaakt van celluloseacetaat en konden op elkaar
worden geplaatst. Aan de bovenkant zaten een aantal nopjes en ze waren aan de
onderkant hol, waardoor ze gemakkelijk met elkaar konden worden verbonden. Op
die manier zaten ze stevig vast, maar niet zo stevig dat ze niet meer los konden
worden gehaald. In 1953 kregen de bouwstenen een nieuwe naam: Lego Mursten,
oftewel "Lego Stenen".
Het gebruik van plastic in de speelgoedindustrie werd
door winkeliers en consumenten nog niet gewaardeerd in die tijd. Veel leveringen
van de LEGO Group werden geannuleerd of teruggestuurd, waardoor de
verkoopcijfers slecht waren; men dacht dat plastic speelgoed nooit het hout kon
vervangen. Ondanks de vele kritiek dat het speelgoed kreeg, gingen de Kirk
Christiansens volhardend door. In 1954 werd Godtfred de junior managing
directeur van de LEGO Group. Het was zijn gesprek met een verre koper waarin het
idee ontstond van een "speelgoedsysteem". Godtfred zag grote potentie in de
Legostenen om er een systeem van te maken voor creatief spelen, maar de
bouwstenen hadden vanuit technisch perspectief nog steeds enkele problemen: de
verbindingsmogelijkheden waren niet eindeloos en de stenen waren niet erg
stevig. Na 1958 werd de hedendaagse bouwsteen ontwikkeld, die nog altijd wordt
gebruikt. De stenen werden verbeterd door holle buisjes aan de onderkant,
waardoor ze steviger werden en op meerdere manieren op elkaar konden worden
gezet. In datzelfde jaar overleed Ole Kirk Christiansen, en zijn zoon Godtfred
nam het bedrijf over.
1959-1969: groeiende markt en eerste Legoland

Een Duplosteen is
exact twee keer groter dan een Legosteen en daardoor veiliger voor jonge
kinderen.
De LEGO Group groeide uit tot een groot bedrijf in de
volgende jaren. In 1959 ontstond de afdeling Futura, een kleine groep
medewerkers die verantwoordelijk was voor het bedenken van nieuwe sets. Een
brand teisterde in 1960 opnieuw de LEGO fabriek, waardoor het grootste gedeelte
van de voorraad houten speelgoed verloren ging; de Legosteen-lijn was in die
tijd echter sterk genoeg, zodat het bedrijf besloot om te stoppen met de
productie van houten speelgoed. Aan het einde van het jaar telde het personeel
van de LEGO Group meer dan 450 personen.
In 1961 en 1962 werden de eerste Legowielen
geïntroduceerd, waardoor de mogelijkheid bestond om auto's, vrachtwagens, bussen
en andere voertuigen van Legostenen te maken.
In 1963 verruilde men het tot dan toe gebruikte
celluloseacetaat voor het stevigere acrylonitril-butadieen-styreen, of
ABS-plastic, dat tot op heden wordt gebruikt. ABS is niet giftig, minder geneigd
te verkleuren of te verbuigen en beter bestand tegen hitte, zuren, zout en
andere chemicaliën, in tegenstelling tot celluloseacetaat. Legostenen die in
1963 zijn gemaakt, behouden 40 jaar later nog steeds hun kleur en vorm, en
passen netjes op de stenen die vandaag de dag worden gemaakt.
In 1964 werden voor het eerst instructieboekjes bij de
Legosets gevoegd.
Het LEGO Treinsysteem, een
van de succesvolste Legoseries van de LEGO Group, werd in 1966 voor het eerst
uitgebracht. De originele sets bevatten een 4,5-voltmotor en rails; twee jaar
later werd de 12-voltmotor geïntroduceerd.
Op 7 juni 1968 werd het eerste Legoland Park geopend in
Billund. Dit themapark toonde grote modellen van miniatuursteden die uitsluitend
waren gemaakt van Legostenen. Het park was 12.000 m² groot en trok alleen al in
het eerste jaar 625.000 bezoekers. In de komende 20 jaar groeide het park uit
tot 8 keer zijn oorspronkelijk grootte, en trok uiteindelijk gemiddeld een
miljoen bezoekers per jaar. In 1968 werden meer dan 18 miljoen Legosets
verkocht.
In 1969 werd voor het eerst Duplo verkocht. Dit was een
nieuw systeem, bedoeld voor jonge kinderen; Duplostenen zijn veel groter dan
Legostenen, waardoor ze veiliger zijn voor deze kinderen, maar de twee systemen
kunnen worden gecombineerd: Legostenen kunnen gemakkelijk op Duplostenen worden
bevestigd, waardoor de overgang naar het Legosysteem snel is gemaakt als
kinderen de Duplo zijn ontgroeid. Het prefix "du" in Duplo verwijst naar het
getal 2, omdat een Duplosteen exact twee keer groter is dan een Legosteen (2x
hoogte bij 2x breedte bij 2x diepte = 8x de volume van een steen).
De jaren 60 was zo'n grote periode van groei voor de
LEGO Group, dat in 1970 een van de grootste vragen voor het bedrijf was hoe ze
het beste deze groeiende markt konden beheersen.
1970-1980: introductie minifiguurtjes en verdere
uitbreiding
Kjeld Kirk Kristiansen
Kjelds achternaam wordt gespeld met een "K", in plaats van een "Ch", wat
komt door een fout op zijn geboorteakte; hij heeft de spelling echter
aangehouden. |
In 1970 bestond het personeel van de LEGO Group uit
meer dan 900 personen. In de komende decennia werd aanzienlijk uitgebreid door
grenzen te verleggen wat betreft het maken van speelgoed en in marketing. Lego
ging zich ook richten op meiden met de introductie van meubelstukken en
poppenhuizen in 1971. Het Lego universum breidde in 1972 haar
transportmogelijkheden uit met toevoegingen als boot- en schipsets, met holle
onderdelen die ook echt konden drijven.
In diezelfde periode nam de zoon van Godtfred Kirk
Chirstiansen, Kjeld Kirk Kristiansen, deel aan het bestuur van het bedrijf,
nadat hij zijn handelsgraad in Zwitserland en Denemarken had behaald. Een van
Kjelds eerste bezigheden binnen het bedrijf was de oprichting van een fonds voor
productiefaciliteiten en een afdeling voor onderzoek en ontwikkeling die
verantwoordelijk was voor het up-to-date houden van de productiemethoden van het
bedrijf. Menselijke figuurtjes met beweegbare armen verschenen in 1974 in de
"Lego Family" sets, die uitgroeide tot de best verkochte sets in die tijd; in
datzelfde jaar was al eerder een "minifigure" uitgebracht, maar deze kon niet
bewegen en had geen geprint gezicht op zijn hoofd. Er werd een Legofabriek
geopend in Enfield, Connecticut in de Verenigde Staten.
In 1975 werden voor het eerst "Expert Series" verkocht,
bedoeld voor de wat oudere, meer ervaren Legobouwers. De lijn ontwikkelde zich
al snel in de "Expert Builder" sets, die in 1977 werden uitgebracht. Deze
technische sets bevatten bewegende onderdelen als wielen, assen, tandradjes en
universele verbindingselementen, waardoor de mogelijkheid ontstond om
realistische auto's te bouwen, die levensecht konden bewegen en sturen. Ten
slotte kwam de Legowereld in 1978 samen om het LEGO "minifigure" toe te voegen,
zoals het tot op heden bekend is. Deze kleine poppetjes hebben beweegbare armen
en benen en een vriendelijke lach. Het figuurtje werd in verschillende Legosets
toegevoegd, waardoor kopers de mogelijkheid hadden om grote steden te bouwen met
gebouwen, wegen, voertuigen, treinen en boten die op dezelfde schaal waren
gemaakt en konden worden bevolkt door de lachende Legominifiguurtjes.
Een andere noemswaardige uitbreiding aan de Legolijn
vond plaats in 1979, toen de LEGO Space sets werden uitgebracht. Astronauten
minifiguurtjes, raketten, maanlanders en ruimteschepen vormden deze serie.
Fabuland, een fantasy serie bedoeld voor jongere kinderen, kwam eveneens dit
jaar op de markt, net als Scala, een serie met juweelachtige elementen voor
jonge meisjes. In dat jaar werd Kjeld Kirk Christiansen de president van LEGO;
het komende decennium bewees dat LEGO nog steeds een sterk product was.
Legostenen waren altijd bedoeld om te bouwen, wat door
sommige onderwijzers als bijzonder waardevol werd beschouwd bij het ontwikkelen
van creativiteit en de vaardigheid om problemen op te lossen bij kinderen. Sinds
de jaren 60 gebruikten leerkrachten de Legostenen in het klaslokaal voor
verschillende redenen. In 1980 richtte de LEGO Group de Educational Products
Department op (uiteindelijk hernoemd als Lego Dacta in 1989) met als doel om de
educationele mogelijkheden van het speelgoed uit te breiden. In Zwitserland werd
een verpakfabriek geopend, gevolgd door een andere in Jutland, Denemarken die
Legobanden vervaardigde.
1981-1996: hoogtepunt van populariteit
In 1981 verscheen de tweede generatie Legotreinen. Deze
waren verkrijgbaar in zowel 4,5 volt (batterij) of 12 volt (via lichtnet), maar
nu was er een groter aanbod van accessoires, waaronder werkende lichten en
afstandsbediening.
De "Expert Builder" serie werd in 1982 omgedoopt tot de
"Technic" serie. Op 13 augustus van dat jaar vierde de LEGO group zijn 50e
verjaardag; het boek "50 Years of Play" werd uitgegeven ter gelegenheid van deze
mijlpaal. In het jaar daarna breidde het Duplo systeem uit met sets die waren
bedoeld voor nog jongere kinderen, met name baby's; deze sets bevatten onder
andere rammelaars en poppetjes met verstelbare ledematen. Het jaar daarna werd
met de introductie van de Castle sets het aantal minifiguren uitgebreid met de
komst van ridders en paarden. In 1984 werd de Technic-lijn uitgebreid met de
komst van pneumatische onderdelen. Een jaar later, in 1985, kwamen de "Licht en
Geluid" sets op de markt; deze sets bevatten een batterijhouder met elektrische
lampjes, trillingen en andere accessoires om een andere dimensie aan te geven
aan het realisme van de bouwsels van Lego. Ook kwam de educationele afdeling van
de LEGO Group in dat jaar met de Technic Computer Control, een leersysteem met
robots, vrachtwagens en andere gemotoriseerde modellen van Technic, die met een
computer konden worden bestuurd. In dat jaar opende in Manaus, Brazilië een
nieuwe Legofabriek.
In augustus 1988 deden 38 kinderen van 17 verschillende
landen mee aan de eerste Lego Wereld Beker bouwwedstrijd in Billund. LEGO
breidde opnieuw uit in 1989 met de komst van de Pirates sets, die bestond uit
een aantal piratenschepen, eilanden en schatten; de serie was ook de eerste die
afweek van het standaardgezicht van de minifiguren om op die manier een reeks
piratenfiguren te creëren. In dat jaar werd de Educational Products Department
van de LEGO Group hernoemd naar LEGO Dakta; de naam is afgeleid van het Griekse
woord "didactic", wat ongeveer betekent "de studie van het leerproces". Dr.
Seymour Papert van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) werd "Lego
Professor of Learning research" genoemd, na zijn vele werk om de Logo
programmeertaal met de Legoproducten te combineren.
1997-2005: imagoverlies en dreigend faillissement
Aan het einde van de jaren 90 van de twintigste eeuw
wint de (spel)computer aan populariteit. De LEGO Group voelde zich genoodzaakt
om het aanbod van Legoproducten in de breedste zin te gaan uitbreiden.
Computerspellen werden geïntroduceerd, kleding werd op de markt gebracht en het
aantal doelgroepen werd uitgebreid: met de Clickits sets konden meisjes
bijvoorbeeld sieraden maken; "Lego 4 Juniors" was bedoeld voor kinderen vanaf 4
jaar. Het was een overgang tussen Duplo en Lego, waarbij het vooral veel van
Lego weghad. De minifiguren waren groter uitgevoerd en de bouwstenen waren
minder klein. Dat laatste aspect werd in alle sets doorgevoerd: kleinere
elementen werden vervangen door grotere, waardoor LEGO een jongere doelgroep
probeerde te bereiken. Dit leidde echter tot ergernis bij de oudere generatie
Legobouwers (waaronder AFOLs, de volwassen Legofans): de grote elementen waren
nauwelijks bruikbaar voor eigen creaties, en voor sommige sets was weinig tijd
nodig om ze in elkaar te zetten. Het traditionele bouwen ging verloren, het
aspect waar LEGO om bekendstond.
Vanaf 1999 kreeg de LEGO Group het recht om
gelicenseerde series als Star Wars en Harry Potter op de markt te brengen; er
kwamen minifiguren uit die op deze thema's betrekking hadden en sprekend leken
op de personages uit de series. Naast Star Wars en Harry Potter kwamen er ook
sets van Spider-man, Batman en in 2008 van Indiana Jones. De variatie in
gezichten werd uitgebreid: naast de bekende lach werden nu ook wenkbrauwen,
plukjes haar en brillen aan de gezichtjes toegevoegd, waardoor ze realistischer
leken. Met de introductie van LEGO Basketball in 2003 kwamen ook bruine
minifiguren op de markt.
2005-heden: terugkeer naar het traditionele bouwen
Nadat Lego jarenlang te maken had met verliezen en op
het randje van een faillissement stond, besloot het bedrijf om het roer weer om
te gooien. Door mee te gaan met de vele nieuwe trends en in te spelen op films
en televisieseries als Harry Potter en Batman verloor Lego haar reputatie als
"het speelgoed met de vele blokjes". Het traditionele bouwen was minder
belangrijk geworden; de laatste jaren investeerde het bedrijf hier niet tot
nauwelijks meer in. De sets die nog bestonden, bevatten vooral grote
geprefabriceerde elementen, waardoor bouwen niets meer voorstelde. Daarom werden
nieuwe sets ontworpen met veel nieuwe en kleinere elementen. Het traditionele
bouwen, waar Lego om bekendstond, krijgt inmiddels weer prioriteit. De sets met
als thema "de stad" (City) blijken een succes te zijn. In 2005 werd na de dip
weer voor het eerst winst gemaakt. Er verschenen vanaf dan weer tal van series
met elk een specifiek thema, zoals LEGO Power Miners, LEGO Agents, LEGO Mars
Mission.
Naast deze sets heeft het bedrijf een nieuwe trend
gecreëerd:
modular houses oftewel modulaire huizen. Dit zijn gebouwen met meerdere
verdiepingen (bouwen met modules, ofwel lagen) die los op elkaar zitten.
Voordeel hiervan is dat de woningen kunnen worden ingericht, maar dat er ook
meerdere verdiepingen tussen kunnen worden geplaatst. Op de website van
Lego Factory kunnen Lego-fans zelf gebouwen ontwerpen. Opvallend is dat er
steeds meer "modular houses" worden toegevoegd. Via een aantal
standaardafmetingen - op de grondplaat moeten enkele verbindingselementen worden
geplaatst - kunnen de huizen en gebouwen aan elkaar worden "geklikt". Hierdoor
ontstaat een rij woningen, waarvan zowel inhoud als vorm naar de wensen van de
fans kunnen worden aangepast. Lego heeft zelf drie sets op de markt gebracht die
volgens dit principe werken. Via fotovoorbeelden en geschreven informatie krijgt
men een indruk van dit nieuwe systeem. Vooralsnog zijn deze sets alleen via de
website van Lego te bestellen. Nederlander Erik Brok heeft met een team één van
de sets ontworpen en behoort daarmee tot de grondleggers van het "modulaire
bouwen". Sinds 1 oktober 2009 is
Lego Factory overgegaan naar Lego DesignByMe.

Chicago in Legostenen
In 1961 werd het systeem met wielen uitgebreid.
Hierdoor werden de mogelijkheden veel groter. LEGO werd vanaf dit jaar ook
verkocht in de Verenigde Staten en Canada.
In 1962 worden elementen geïntroduceerd waarvan de
hoogte 1/3 was van de standaardhoogte.
In 1963 werd de tot op dat moment gebruikte kunststof
celluloseacetaat verruild voor het stabielere acrylonitril-butadieen-styreen
(ABS), het materiaal dat tot op heden nog wordt gebruikt.
In 1966 werd een van de succesvolste LEGO-series
gelanceerd; het LEGO-treinsysteem. Met een motor van 4,5 volt (later 12 volt en
nog later 9 volt) kon met zelfgebouwde treintjes over rails worden gereden (en
in 2006 werden draadloos bestuurbare treintjes op de markt gebracht).
In 1969 werd een nieuw, speciaal op jonge kinderen
gericht, systeem op de markt gezet: DUPLO. De DUPLO-stenen waren groter dan de
gewone LEGO-steentjes en bevatten geen kleine onderdelen (inslikkingsgevaar).

Het gedeponeerde model voor het
Lego-poppetje uit 1978
Vanaf 1970 kende LEGO een enorme groei. Er werden
wereldwijd meerdere nieuwe fabrieken opgezet en het assortiment werd steeds
groter. "FABULAND" was gericht op kleinere kinderen om eigen fantasiewerelden te
bouwen en in 1977 ontstond de "LEGO Technic"-serie. Hiermee konden (vooral) zeer
gedetailleerde voertuigen gebouwd worden en de mogelijkheden waren vrijwel
eindeloos. In 1987 werd de "Technic" serie uitgebreid met "LEGO Pneumatic". Een
paar jaar eerder, begin jaren tachtig werd voor het eerst Ruimtevaart LEGO
uitgebracht waarmee ruimteschepen, raketten en maanvoertuigen gebouwd konden
worden. Dit is een van de eerste thema-sets waar er rondom een onderwerp een
serie van producten wordt uitgegeven.
Een van de laatste uitbreidingen op de kunststofblokjes
zijn de LEGO Mindstorms "Robotic Invention Systems". Hiermee zijn robots te
bouwen die door middel van sensoren op hun omgeving kunnen reageren. Er zijn
verschillende soorten programmeerblokjes, de oudere zijn "voorgeprogrammeerd",
de nieuwste soorten RCX en NXT zijn ook zelf te
programmeren. Met die systemen kun je je robot tot "leven" wekken. Hiervoor zijn
intussen meerdere programmeertalen beschikbaar.
Maar ook in de originele LEGO kwam een vernieuwing. De
zogenaamde "System"-LEGO bestond aanvankelijk alleen uit rode en witte
steentjes, nadien kwamen er daken, deuren en ramen bij. Groene blokjes werden
ontworpen zodat boompjes en bouwplaten mogelijk werden. Nadien werd geel een
populair gebruikte kleur. De modernste kleuren zijn lichtgroen, lichtblauw en
Winnie de Poeh-oranje. (Wat ook gebruikt wordt in de nieuwe pompoenmodellen in
Legoland-Billund.)
In 1988 verliep het laatste patent van voor de
originele blokjes; sindsdien zijn er verschillende fabrikanten die gelijkvormige
blokjes maken onder andere namen. In november 2008 verwierp het Hof van Justitie
van de Europese Unie een beroep van het bedrijf op het Europees merkenrecht: het
Hof stelde dat technische functies (zoals bouwsteentjes) geen beschermd merk
kunnen zijn. Deze uitspraak werd nogmaals bevestigd in 2010.
Op 28 januari 2008 vierde LEGO zijn 50ste verjaardag.
Daarvoor werden er minifigs van popsterren gemaakt. Het waren Amy Winehouse,
Madonna en Cliff Richard De webpagina van Google toonde speciaal voor deze
gelegenheid een aangepaste versie van het Google-logo.
Door de jaren heen zijn al veel LEGO gerelateerde
wereldrecords gemaakt en verbroken. Van 5 tot 9 september 2012 werd in Praag de
hoogste LEGO-toren ter wereld gebouwd. Deze had een hoogte van 32,5 meter.
Ontwerp en productie

Voormalige Legofabriek in Neuhof
in Baar; de productie is na de sluiting naar Willisau verplaatst
De nieuwe LEGO-sets worden voornamelijk in het
hoofdkantoor in Billund ontworpen, maar het bedrijf heeft ook kantoren in
München, Barcelona, Los Angeles en Tokio. De ontwerpgroep bestaat uit 120
personen van 15 verschillende nationaliteiten.
In 2004 zijn er wereldwijd meerdere fabrieken waar de
LEGO-steentjes en accessoires worden geproduceerd. In Denemarken staan twee
fabrieken en verder staan er fabrieken in de Verenigde Staten, Zuid-Korea
Hongarije en Tsjechië. Gezamenlijk produceren deze fabrieken ongeveer 20 miljard
LEGO-steentjes per jaar. Het assortiment bestaat uit ongeveer 2200 verschillende
stenen die worden vervaardigd in 55 verschillende kleuren. De kwaliteitseis dat
iedere mal slechts een afwijking van 0,002 millimeter mag hebben, zorgt ervoor
dat er per miljoen stenen slechts 18 tussen zitten die niet aan de eisen
voldoen. Alle LEGO-stenen die van 1958 tot op heden zijn geproduceerd moeten op
elkaar passen; het mag hierbij niet uitmaken in welk jaar of in welke fabriek de
stenen zijn gemaakt.
De kunststof die wordt gebruikt om LEGO-bouwstenen te
maken (acrylonitril-butadieen-styreen) wordt door het Duitse chemieconcern Bayer
geleverd. Er is een aflevering van Mega Factories National Geographic Channel
over de productie van het politiebureau van LEGO.
Kwaliteit
Vanaf het moment dat de populariteit begon te stijgen,
werden de kwaliteitseisen hoger. De makers van LEGO ontwierpen "De 10 Geboden
van LEGO", waarop de fabricage altijd zou worden afgesteld. Deze 10 geboden
worden tot op heden gewaarborgd en nog steeds gerespecteerd bij het ontwerpen
van nieuwe Legostenen. De "Geboden" houden onder andere het volgende in:
- Zowel jongens als meisjes moeten met dezelfde LEGO
kunnen spelen.
- Per ontworpen blokje moet er een zeer groot aantal
bouwmogelijkheden blijven; zes standaard bouwstenen (afmeting 2x4) zijn op
maar liefst 915.103.765 verschillende manieren te combineren.
- LEGO-blokjes moeten identiek zijn in afmetingen; de
mallen die de stenen 'persen' hebben een afwijking van maximaal 0,002 mm.
(Toen LEGO startte met het maken van de plastic blokjes, was dit "slechts"
0,005 mm).
- LEGO moet inventief zijn en de verbeelding mag de
enige beperking zijn. Dit is overigens ook een slagzin van LEGO: "je
verbeelding is de enige beperking".
- LEGO moet duurzaam zijn, wat betekent dat de kleur
en de vorm van een bouwsteen niet mogen veranderen.
LEGO-wiskunde
De aantrekkingskracht van LEGO is deels gebaseerd op
het grote aantal manieren waarop de blokjes kunnen worden gecombineerd. Twee
blokjes van 2x4 (met 8 noppen) kunnen reeds op 24 manieren aan elkaar vast
worden gemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben worden dat 48
manieren. In 1974 publiceerde Jørgen Kirk Kristiansen in het bedrijfsblad 'Klodshans'
van LEGO dat 6 van zulke blokjes -van dezelfde kleur- op meer dan 100 miljoen
verschillende manieren kunnen worden opgestapeld, nl. 102.981.500. Als de zes
blokjes ook op andere manieren mogen worden gecombineerd (dus ook in combinaties
die lager dan 6 blokjes hoog zijn) dan worden dat al 915.103.765 manieren, bijna
een miljard. Bij 7 blokjes worden dat 85.747.377.755 manieren.
Toen Deense wiskundigen in 2004 tot het getal van
915.103.765 kwamen had een PC uit die tijd ongeveer een halve week nodig gehad
om dat op basis van een computerprogramma te berekenen. Wiskundigen hebben
namelijk nog geen formule ontdekt om uit te rekenen op hoeveel manieren N
blokjes van 2x4 gecombineerd kunnen worden, dus het aantal kan alleen worden
bepaald door een computer één voor één alle mogelijkheden te laten nagaan. Wel
bestaat er een formule om uit te rekenen hoeveel mogelijkheden er bestaan om N
blokjes van 2x4 op te stapelen tot een toren van hoogte N of tot
een toren van een hoogte N-1 (waarbij er dus op slechts één 'verdieping' twee
blokjes naast elkaar mogen worden geplaatst). Bij een toren van een hoogte N
bestaande uit N blokjes wordt het aantal mogelijkheden gegeven door:
Daaruit blijkt dat er voor een toren van 25-hoog,
gebouwd met 25 blokjes van 2x4
4.028.635.400.867.168.454.517.798.790.018.457.665.536
mogelijkheden zijn. Het is onbekend hoeveel
mogelijkheden er zijn om 25 blokjes ook op andere manieren te combineren.
Wiskundigen schatten dat het om een getal van 47 cijfers gaat. Met computers uit
2004 zou het 130.881.177.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000 jaar duren
om het exacte aantal uit te rekenen. Ervan uitgaande dat een moderne computer
1000 keer zo snel is als een PC uit 2004, dan zouden er van dit cijfer 3 nullen
af gaan. De formule voor het aantal mogelijkheden voor een toren van N blokjes
met hoogte N-1 luidt:
Deense wiskundigen voorspellen dat het onmogelijk zal
zijn een algemene formule te vinden waarmee het totale aantal mogelijkheden kan
worden berekend waarop N blokjes van 2x4 aan elkaar kunnen worden gemaakt.
Beeldmerk

Het LEGO-beeldmerk
Het beeldmerk van LEGO, het woord LEGO in witte letters
met een gele en zwarte omranding op een vierkant rood vlak, is wereldwijd
beroemd. Het wordt dan ook angstvallig bewaakt om te voorkomen dat het misbruikt
wordt. Het woord LEGO wordt door het bedrijf ook consequent met hoofdletters
gespeld.
Legoland

Ingang van Legoland Deutschland
Sinds 1968 bestaan er ook themaparken in LEGO-stijl. In
dat jaar werd het eerste Legoland geopend in Billund. Eind jaren negentig werden
nog twee parken gebouwd: in 1996 opende Legoland Windsor in Engeland en in 1999
Legoland Californië in de Verenigde Staten. Legoland Deutschland, het nieuwste
park, opende in 2002. Legoland Windsor trekt jaarlijks 1,3 miljoen bezoekers. De
overige drie parken worden jaarlijks door ongeveer 1,4 miljoen mensen bezocht.
Ondanks deze hoge bezoekersaantallen, hebben alle vier
parken hun verwachtingen niet waar gemaakt: de parken behaalden niet hun beoogde
winst. In juni van 2005 kocht de Blackstone Group, een investeringsbedrijf uit
New York City, 70% van de aandelen van de vier parken en bracht deze onder de
merknaam Merlin Entertainments Group. De LEGO Group behoudt tot op heden 30% van
de aandelen.
Opmerkelijke voorbeelden van het gebruik van LEGO

Trafalgar Square in LEGO
- Talrijke specifieke thema's zijn uitgewerkt met
behulp van LEGO. Zo zijn verschillende Bijbelverhalen nagebouwd in LEGO,
bestaan er taferelen uit Harry Potterfilms en Jurassic Park, en werden ook
bijvoorbeeld Trafalgar Square en de Allianz Arena nagebouwd.
- Op 5 augustus 2011 nam de ruimtesonde Juno drie
speciaal vervaardigde LEGO-figuurtjes, die Jupiter, Juno en Galileo Galilei
voorstellen, mee naar de planeet Jupiter.
- In 2009 maakte James May voor zijn programma James
May Toy Stories, een huis helemaal gemaakt uit LEGO. Het was groot genoeg om
erin te wonen.
- De deejay's Jeckyll & Hyde hebben 2 keer een
animatie gemaakt met behulp van LEGO
- In 2011 bracht Ed Sheeran zijn single LEGO House
uit.
|
_bestanden/lego_rechts_boven.jpg) |