Zoekplaatje | ![]() |
Antwoord: een takin! De takin lijkt wel een bouwpakket, opgebouwd uit overgebleven stukjes van andere dieren !! |
De takin heeft horens als een wildebeest, een neus als een Amerikaanse moose, een staart als die van een beer en een stevig lichaam zoals een os.
Himalaya
De takin is een typisch Aziatische soort, die voorkomt in China, Burma, India en
Bhutan. Er bestaan drie of vier ondersoorten (er wordt gediscusieerd over eventuele
verschillen tussen de ondersoorten 'Budorcas taxicolor taxicolor' en de 'Budorcas
taxicolor whitei' ) die allen in het oostelijke deel van de Himalaya leven.
Wetenschappers hebben moeite om deze soort tot een bepaalde taxonomische groep te rekenen:
takins hebben dezelfde lichaamsgrootte als gaurs, maar verder veel externe kenmerken van
schapen. Daarom worden ze ook wel "rundergems" of "gnoegeit" genoemd.
Tegenwoordig worden ze tot de orde van de "holhoornige runderen" gerekend. In
een Chinees boek geschreven tijdens de Ming dynastie werd de takin betiteld als "Chou
Niu", hetgeen hetzelfde uitgesproken wordt als "Zhu"; de Chinese naam voor
bamboe. Inderdaad leven takins voornamelijk in bamboebossen en bamboe vormt een groot deel
van hun voedsel. In Blijdorp en andere dierentuinen doen ze het echter uitstekend op een
dieet van hooi, havermout, paardenbrokken, appels en peen. Tevens krijgen ze in de
Diergaarde regelmatig een bos takken, waarmee ze uren bezig kunnen zijn.
Sechuan takins
De Sechuan takin (Budorcas taxicolor tibetana), een ondersoort van de Mishmi
takin, werd ontdekt door Pater David, die verre reizen maakte om diersoorten te ontdekken
(en tegelijkertijd de bevolking te bekeren). Hij maakte in 1870 een reis door het
Sechuan-gebied in China en stuurde hetgeen hij verzamelde op naar Parijs. Tijdens deze
reis verkreeg hij onder meer delen van reuzenpanda's, kuifhertjes, Pater-Davidsherten,
kleine panda's en Sechuan takins. In Parijs werden de botten, schedels en huiden
onderzocht en beschreven. Pas in 1987 zouden de eerste Sechuan takins naar de Westerse
wereld komen. Via de quarantaine van Tierpark Berlin-Friedrichsfelde gingen drie dieren
naar San Diego Zoo: een mannetje en twee vrouwtjes. Al in 1989 werden er twee jongen
geboren en sindsdien heeft dit trio jaarlijks jongen voortgebracht. Na verloop van tijd
trad er echter hetzelfde probleem op als in Tierpark Berlin-Friedrichsfelde met de
Mishmi-takins: aangezien er maar één fokmannetje is, zou de populatie in korte tijd heel
nauw aan elkaar verwant zijn. Gelukkig lukte het San Diego wèl om een nieuwe man uit
China te halen en met hem werden drie dochters van de eerste man samengebracht. In januari
1997 werden hieruit de eerste drie jongen geboren. Er konden inmiddels koppels Sechuan
takins afgegeven worden aan de dierentuinen in Colorado Springs, Cincinnati, St Louis en
Minnesota. In St Louis werd zelfs al een jong geboren, dat echter niet lang geleefd heeft
en helaas is ook het vrouwtje daar vorig jaar gestorven. De Amerikaanse populatie Sechuan
takins is inmiddels bijna net zo groot als de kudde Mishmi takins in Europa, maar de
Sechuan takins staan er wat gunstiger voor omdat er nu een tweede takinbul is.
Gouden takin
Voor de volledigheid moet ook de gouden takin (Budorcas taxicolor bedfordi),
afkomstig uit de Chinese provincie Shaanxi) nog genoemd worden. Deze ondersoort is, voor
zover bekend, nooit in levende lijve in de Westerse wereld te zien geweest. Alleen in
Tokyotama en Okajama in Japan kan men deze ondersoort aantreffen. In Chinese dierentuinen
worden Sechuan en gouden takins overigens wel regelmatig gehouden, maar daar komen ze dan
ook oorspronkelijk vandaan.
Takins zijn geen moeilijke kostgangers in dierentuinen. Ze stellen geen hoge eisen aan
voedsel en onderdak (hoewel er natuurlijk wel degelijk rekening gehouden moet worden met
hun uitstekende klimvermogen). Ze zijn al vroeg geslachtsrijp: een in 1991 in San Diego
geboren vrouwtje zorgde nog geen drie jaar later zelf voor een jong. De zwangerschap duurt
acht maanden zodat ze ieder jaar een jong kunnen krijgen. Daarnaast kunnen ze ruim twintig
jaar oud worden. Het valt dus te verwachten, dat dankzij de fok van Berlijn, San Diego en
nu ook Blijdorp, het aantal takins in dierentuinen aanzienlijk zal stijgen. Daarmee
krijgen de dierentuinen de kans om de mensheid in contact te brengen met een nieuwe
ambassadeur van de Chinese bamboebossen. Het is te hopen dat er binnen afzienbare tijd nog
enkele onverwante dieren uit Azië geïmporteerd kunnen worden, zodat de dierentuinen op
lange termijn levensvatbare populaties takins kunnen opbouwen: vertegenwoordigers van een
prachtig stukje aarde dat nooit mag verdwijnen!
Voor meer informatie over takins in Diergaarde Blijdorp en Europese dierentuinen zie de uitgebreide tekst in de rubriek Dier & Tuin (zoogdieren).
Lees ook over de kleine takin Bertus (geboren op 15 februari 2002).
tekst: Marc Damen
foto's: Peter Stolk, Marcel Kreuger en Yvonne Raaijmakers