Het zonnestelsel

Licht en warmte

Zonder zon was er geen energie op aarde. Zelfs brandstof als olie en kolen zijn ontstaan dankzij de zon. De zon is de bron van alle energie die nodig is voor het leven. Omdat de aarde om haar as draait, krijgen de werelddelen om beurten de zon te zien. Als het hier nacht is, is het aan de andere kant van de wereld dag. De zon is zó groot, dat hij al vijf miljard jaren licht en warmte uitstraalt. De komende vijf miljard jaren blijft ze dat doen. De zon beschijnt ook andere planeten uit ons zonnestelsel, en de manen als ze die hebben.
de zon
De zon is op de helft van haar leven. Ze schijnt al 5 miljard jaar en zal dat nog 5 miljard jaar blijven doen

Een ster

De zon is eigenlijk een ster. Er zijn ontelbaar veel sterren. Sterker nog, er zijn meer sterren in het heelal dan zandkorrels op aarde. Sterren staan zó ver weg dat we ze vanaf de aarde niet, of alleen als stipjes aan de hemel zien. Al die sterren geven warmte en licht, sommige zelfs nog meer dan de zon. De zon is de ster die het dichtste bij de aarde staat; 150 miljoen kilometer. Dat is natuurlijk toch onvoorstelbaar ver weg. Maar in vergelijking met de dichtstbijzijnde volgende ster is het vlakbij. Daarom zien we de zon als een gele bol aan de hemel en kunnen we de warmte voelen.


Kernenergie


Alle vaste stoffen verdampen wanneer ze worden verhit. Water bijvoorbeeld verandert bij 100 graden Celsius in gas. In het centrum van de zon is het 15 miljoen graden Celsius. De zon bestaat voornamelijk uit de gassen helium en waterstof. Omdat waterstofdeeltjes bij zulke hoge temperatuur zó hard botsen, komt er kernenergie vrij. Die ontsnapt van de gloeiende gasbol in de vorm van licht en warmte. Omdat de waterstof verbruikt wordt, verliest de zon voortdurend een beetje van haar kracht.


Aarde jupiter Zon

In vergelijking met de zon, is de aarde maar een stipje in het heelal

Negen planeten


Alles wat gewicht heeft, trekt aan. Je noemt dat de zwaartekracht. In doorsnede is de zon 1.400.000 (een-miljoen vierhonderdduizend) kilometer. Negen planeten worden er door aangetrokken, waaronder planeet aarde. Alle planeten draaien als een tol om hun eigen as, en ze draaien bovendien steeds weer rondjes om de zon. Iedere planeet heeft zijn eigen baan. De één draait in een kleine, de ander in een grote baan. Ons zonnestelsel wordt gevormd door de zon, planeten en manen, en door kleine brokstukken die óók om de zon draaien. Sterrenkundigen weten zeker dat andere sterren ook door planeten worden omringd. Maar hoe ze er uitzien en of er leven is, is onbekend.


De eerste vier


De kleine planeet Mercurius staat het dichtst bij de zon. Het is er vreselijk heet. Hoe dichter bij de zon, hoe sneller een planeet draait. Mercurius heeft al in 88 dagen zijn rondje voltooid. Venus draait in de volgende baan. Venus is omgeven door een laag van het gas kooldioxide die de warmte vasthoudt. Daarom is het er nog heter dan op Mercurius. De derde in de rij is planeet aarde. De aarde draait in één jaar een rondje om de zon. Het is de enige planeet waar leven is. Iets verder staat Mars, een koude planeet waar stof en stenen rood gekleurd zijn omdat er veel verroest ijzer in zit.

Reuzen van gas


Dan volgen vier reuzenplaneten. De eerste twee zijn Jupiter en Saturnus. Ze bestaan niet uit steen - zoals de andere vier- maar uit gassen. Jupiter is het grootst. Hij draait snel om zijn eigen as. In nog geen tien uur heeft de gasbol zijn pirouetje gemaakt. Saturnus staat bekend vanwege de ring die er omheen is te zien. Die bestaat uit miljoenen brokken steen en ijs die in een cirkel om de planeet draaien. Alle reuzenplaneten hebben een ring, maar die van Saturnus is het mooiste en het meest beroemd. Jupiter en Saturnus worden vergezeld door een heleboel manen. De eerste heeft er 16, de tweede 18.


saturnus

Saturnus is beroemd vanwege zijn ring

Ver van de zon


Na Jupiter en Saturnus komen de iets kleinere reuzen Uranus en Neptunus, ook van gas. Ze zijn blauw vanwege het gas methaan. Alle planeten draaien om hun eigen as, maar Uranus is de enige die op haar zijkant draait, als een varken aan het spit. Uranus en Neptunus staan ver weg van de zon. De laatste uit de planetenfamilie is tenslotte de kleine Pluto. Hij krijgt nauwelijks nog warmte van de zon. Hij wordt ook wel een ijsdwerg genoemd. Zijn rondje om de zon duurt maar liefst 248 jaar. Van de 62 manen in ons zonnenstelsel is er één van Pluto. Hij heet Charon.
 

home