Schildpadden
|
|
|
|
Een harnas De naam schildpad is eigenlijk verwarrend voor een reptiel. Want schildpadden hebben niets met padden van doen. Padden zijn amfibieën, met heel andere kenmerken dan reptielen. Het woordje schild in de naam is wél prima op zijn plaats. Hij draagt niet alleen een schild op de rug, ook de buik is bedekt. Samen vormen ze een degelijk harnas dat een uitstekende bescherming biedt tegen vijanden. Bij gevaar verstopt hij kop en poten onder het schild, en blijft hij zitten waar hij zit. Want wegrennen heeft geen zin voor een dier waarvan bij iedereen bekend is dat hij zo vreselijk langzaam is. |
![]() Schildpadden hebben boven én onder een schild |
Een winterslaap Schildpadden zijn reptielen. Hun huid is bedekt met schubben. Ze zijn koudbloedig; ze laten zich opwarmen door de zon. Net als alle andere reptielen, leven de meeste schildpadden in warme streken. Maar ook in Noord-Amerika en in Europa komen ze voor. In het najaar, als het kouder wordt, graven ze zich in de grond voor een winterslaap. Als de zomer aanbreekt, worden ze weer actief. In Nederland is het te koud voor de schildpad. Vroeger kwam de Europese moerasschildpad wél in Nederland voor. Zelfs in Denemarken zijn resten gevonden. |
|
Hoorn en bot Het schild is opgebouwd uit twee lagen. De hoornplaatjes bovenop, en daaronder een laag van botweefsel. De hoornschildjes zijn goed te herkennen; je kunt ze zien op de bovenkant van het schild. Ze zijn van hoorn. Hoorn is een stevige stof waar ook je nagels uit bestaan. De laag botweefsel eronder bestaat uit platte werveluitsteeksels en ribben die tot platen zijn omgevormd. Schildpadden hebben geen tanden of kiezen, maar hoornrichels in hun bek. Ze kauwen hun eten niet goed. Daarom zitten er steentjes in de maag die het voedsel helpen vermalen. |
|
In water of aan land Landschildpadden leven aan land. Hun schild is hoog en bol. Ze leven in warme, droge gebieden zoals woestijnen, steppen en savannen. Als het te warm is kruipen ze tussen rotsen en onder struiken waar schaduw is. Ze hebben sterke poten die hun zware lichaam kunnen dragen. Moerasschildpadden zijn aan water aangepast. Om goed te kunnen zwemmen, is hun schild veel platter dan dat van landschildpadden. Tussen de tenen zitten zwemvliezen. Moerasschildpadden zwemmen in beekjes en poelen, rivieren en meren. Ze worden ook wel waterschildpadden genoemd. De schildpadden eten vruchten en bladeren, aangevuld met slakken, wormen, insecten en vis. |
![]() De dierenverzogers grijpen de sterke soepschildpad stevig vast |
Levenslang in zee Zeeschildpadden komen zelden aan land. Ze zwemmen dag en nacht in zee. Zelfs als ze slapen komen ze af en toe boven water om adem te halen. De voorpoten zijn vergroeid tot stevige roeispanen en hun schild is nog platter dan dat van de moerasschildpad. Ze eten vis, inktvis, kwallen en schaaldieren, en soms een hapje zeewier. Mannetjes blijven hun leven lang in zee. De vrouwtjes komen alleen het strand op om eieren te leggen. Dat doen sommige soorten met de hele groep tegelijk. Duizenden schildpaddenvrouwtjes zoeken dan een plek op het legstrand om de eitjes te begraven. Als ze klaar zijn, gaan ze weer naar zee terug. Zeeschildpadden zijn bedreigd. Omdat de toeristen zonnen op de legstranden, komen de nesten in gevaar. Daarom worden ze op veel plaatsen beschermd. |
|
![]() Een schildpadje kruipt uit het ei |
Platte en holle buikschilden Aan het buikschild van landschildpadden kun je zien of een schildpad een mannetje of een vrouwtje is. Bij vrouwtjes is het buikschild plat, bij mannetjes is het hol. Dankzij dat holle buikschild zitten ze tijdens de paring gemakkelijker op het vrouwtje. Bij veel moerasschildpadden hebben de mannetjes langere nagels, ook weer om het vrouwtje beter vast te kunnen houden. Alle schildpadden begraven hun kogelronde eieren in een gat in het zand. De warme zon broedt ze uit. De meeste schildpadden leggen twee tot twintig eieren. Maar de zeeschildpad legt er wel honderd in een nest. De moeder waakt niet bij het legsel. De schildpadjes breken de eierschaal open en moeten zichzelf uit het zand worstelen. Zo klein als ze zijn, moeten ze zichzelf zien te redden. Er worden er heel wat opgegeten door vogels, hagedissen en andere rovers. |
Reuzen Er zijn een paar reuzen te vinden onder de schildpadden. Op de Galapagos-eilanden bij de kust van Zuid-Amerika leven reusachtige landschildpadden. Ze worden wel een meter hoog en kunnen 350 kilo wegen. Ook op de Seychellen, een eilandengroep dicht bij Afrika, leven zulke reuzen. Die laatste soort is ook in Artis te vinden. 's Winters verblijven ze in het warme reptielenhuis. 's Zomers mogen ze overdag lekker naar buiten. Veel groter is nog de lederschildpad. In plaats van een schild heeft deze reusachtige zeebewoner een leerachtige bedekking op de rug. Hij kan twee meter lang worden en 600 kilo wegen! |
|