Ruimtevaart

Bemande én onbemande ruimtevaart

Zou je een kijkje in de ruimte kunnen nemen, dan zag je rond de aarde allerlei 'satellieten' of kunstmanen zweven. Ze zijn door mensen gelanceerd. Ze draaien -net als de maan- rondjes om de aarde. Er zijn ook een paar bemande ruimtestations in een baan rond de aarde geweest. Ruimtevaarders verblijven daar een tijdje om onderzoek te doen. Als ze terugkomen naar de aarde, nemen andere ruimtevaarders hun plaats in. Dankzij de bemande én de onbemande ruimtevaart hebben we heel veel geleerd van andere planeten, sterren, het heelal, en van onze aarde zelf. Het Amerikaanse woord voor ruimtevaarder is astronaut. Het Russische woord is kosmonaut.

satellietfoto van een deel van nederland

Sommige satellieten maken foto's van de aarde. Dit is een deel van Nederland

Onderzoek en gemak

Satellieten worden gebruikt voor onderzoek, maar ook voor het gemak van mensen. Er zijn duizenden telefoongesprekken tegelijkertijd mogelijk omdat de stemmen via satellieten worden overgebracht. Dankzij weersatellieten kunnen meteorologen heel nauwkeurig het weer voorspellen. Op satellietfoto's wordt de aarde prachtig in beeld gebracht. Satellieten zijn altijd op de aarde gericht. Maar onderzoekers zijn ook nieuwsgierig naar andere planeten, naar sterren en naar het heelal. Daarvoor worden 'sondes' de ruimte ingestuurd. Sondes sturen indrukwekkende foto's naar de aarde terug. De Pathfinder landde op Mars en Voyager bracht Jupiter en Saturnus in beeld. Ruimtetelescoop Hubble maakte in 1995 een spectaculaire foto van de adelaarsnevel, een wolk van sterrenstof waaruit nieuwe sterren geboren worden.


De eerste satelliet


De eerste satelliet of kunstmaan die de ruimte inging was 'Spoetnik 1'. Hij werd gelanceerd op 4 oktober 1957 in Rusland. Het was een bol waarin twee radiozenders waren gebouwd,en waar vier antennes uitstaken. Spoetnik 1 was niet in staat veel onderzoek te doen. Maar desondanks was de lancering ervan een hele prestatie. Voor het eerst was er iets met succes de ruimte ingeschoten. Behalve de maan, draaide nu ook Spoetnik 1 rond de aarde. Hij bleef negentig dagen in de ruimte. Om een satelliet of ruimtevaartuig in de ruimte te schieten zijn altijd één of meerdere raketten nodig. Zij leveren de brandstof die nodig is om zo ver buiten de atmosfeer te komen.

Mensen in de ruimte


Kort na Spoetnik 1 ging Spoetnik 2 de ruimte in. Hij had een hondje bij zich, Laika. In die tijd kon men een ruimtevaartuig nog niet naar de aarde laten terugkeren. Laika is tien dagen in het Russische ruimtevaartuig geweest en kwam vanwege zuurstofgebrek om. In 1961 ging de eerste mens de ruimte in. Het was de Rus Joeri Gagarin. Hij vertrok vanaf de aarde met het allereerste echte ruimteschip Wostok. Hij bleef anderhalf uur lang in de ruimte. Stuurraketten en parachutes lieten Wostok weer veilig op aarde landen. Joeri werd als een held ontvangen.

Joeri Gagarin

De Rus Joeri Gagarin in 1961. Hij was de eerste mens in de ruimte

Op de maan


In 1969 zette de Amerikaan Neil Armstrong voor het eerst voet op de maan. Het waren nu eens de Amerikanen die een primeurtje hadden; tot nu toe hadden de Russen steeds de erestrijd om de ruimte gewonnen. Toen Armstrong uit het ruimtevaartuig Apollo-11 stapte, sprak hij de beroemde woorden: "Dit is een kleine stap voor een mens, maar een grote sprong voor de mensheid." De astronauten liepen twee en een half uur rond, maakten foto's, en kwamen gezond en wel weer terug op aarde met een buit van maanzand en rotsen. In totaal zijn er 12 astronauten op de maan geweest. Sommigen verplaatsten zich met een maanauto over het maanoppervlak.



ruimtestation

Ruimtevaarders bewonen voor langere tijd een ruimtestation


Een ruimtestation


Ruimtestations zijn bedoeld om voor langere tijd in de ruimte te blijven. Vanaf zo'n station bestuderen onderzoekers de aarde of het heelal en doen ze proeven. Het Russische ruimtestation Mir is heel bekend. In 1986 ging het de ruimte in. Kosmonauten verbleven er een paar maanden, en soms zelfs langer dan een jaar. In augustus 1999 kwamen de laatste bewoners van Mir terug op aarde. In de ruimte is geen zwaartekracht. Ruimtevaarders zweven dan ook door hun ruimtestation. Na verloop van tijd kunnen spieren en botten verzwakken.

Het is daarom heel belangrijk dat ze veel aan lichaamsbeweging doen. Eten zweeft ook, en water zweeft. Voedsel wordt daarom in tubes, zakjes, en flesjes meegenomen. Er wordt nu gebouwd aan een nieuw ruimtestation dat ISS heet. ISS wordt niet alleen door Russen of Amerikanen gemaakt; voor het eerst zijn er heel veel landen betrokken bij de bouw van een ruimtestation.


Aliens


De sondes Pioneer 10 en 11 en Voyager 1 en 2 hebben informatie meegekregen over onze aarde. Op een plaat staan een man en een vrouw afgebeeld. Op een ruimtekaart wordt aangegeven bij welke zon we horen en op welke plek we ons in het zonnestelsel bevinden. De Voyagers hebben een grote cd-schijf bij zich met geluid en beeld. De geleerden hopen dat die informatie ooit bij levende wezens van een andere planeet terechtkomt. Omgekeerd zijn ze op zoek naar signalen van andere levende wezens uit de ruimte, bijvoorbeeld aliëns. Tot nu toe is de zoektocht tevergeefs geweest. Maar ze komen wel als verzinsels in sience fiction voor!
 

home