Dieren uit
het regenwoud
|
||
|
||
![]() Net als veel andere vogels in het regenwoud, heeft ook deze toekan prachtige kleuren |
||
Een 'junglemodel' Dieren van de bodemlaag hebben vaak een 'junglemodel'; een spitse snuit en een lichaam dat breed uitloopt naar achteren. Daarmee kunnen ze beter door de plantengroei struinen. In Zuid-Amerika leeft de agouti, een knaagdier dat lijkt op een cavia. De agouti lijkt ook op de kantjil, een klein dwerghertje met hoefjes. Ze hebben allebei hetzelfde junglemodel, terwijl ze tot een heel andere diergroep behoren. Veel groter is de Indische tapir, maar ook die heeft een junglemodel. Hij heeft een lange, beweeglijke snuit waarmee hij blaadjes van de struiken plukt. Aan de oevers van rivieren komen dieren uit de kroonlaag om te drinken. Dat kan gevaarlijk zijn. In Afrika ligt de nijlkrokodil op de loer om een prooi te grijpen; in Azië sluipen tijgers door het woud en in Zuid-Amerika de jagoear. ![]() De tapir heeft een junglemodel: spitse snuit en een breed uitlopend lichaam |
||
De meeste dieren in de jungle leven in
de kroonlaag. Regenwoudvogels hebben korte vleugels waarmee ze kleine
eindjes vliegen. Kikkers leven in waterpoeltjes die zijn ontstaan in holtes
van grote bladeren. Apen springen van boom naar boom, en slangen liggen
om de takken gekronkeld ![]() Een luiaard en haar jong |
||
Apen in het regenwoud De meeste apen in het regenwoud hebben een staart voor het evenwicht. Alleen de Zuidamerikaanse slingerapen kunnen er aan hangen. Bij de slingeraap, die ook in Artis leeft, is het onderste stukje aan het puntje van de staart kaal. Dat maakt van de staart een echte grijpstaart. De mandril is een Afrikaanse regenwoudbewoner. Hij leeft meestal op de grond; hij heeft dan ook geen staart. In Afrika en Indonesië leven mensapen. Gorilla's uit Afrika zijn echte grondbewoners, net als de chimpansees, ook uit Afrika. De roodbehaarde oerang oetan uit Azië komt zelden uit de bomen. Hij eet vruchten en jonge blaadjes uit de kroonlaag. |
De mandril is een regenwoudbewoner
uit Afrika. |
|
Als de avond valt Het kleine zoogdierenhuis van Artis doet denken aan een Zuidamerikaans regenwoud. Alle dieren hebben takken en schutplaatsen in het verblijf. Soms zitten verschillende diersoorten bij elkaar, zoals de klauwaapjes en de agouti. Het voerbakje voor de klauwaapjes wordt hoger in het verblijf geplaatst, het bakje voor de agouti staat op de grond. Soms worden er voor de aapjes zaadjes of insecten in het verblijf gestrooid. Om die te vinden is een hele klus; het houdt de aapjes lekker bezig. 's Avonds gaat het licht langzaam uit zodat alle dieren in rust hun plekje voor de nacht kunnen zoeken. Net als in de natuur. In de Jungle by Night van Artis gaan dan juist de lampen aan. Want daar leven de nachtdieren uit het regenwoud. Die zijn actief als het donker is. Ze hebben vaak grote ogen om bij weinig licht tóch te kunnen zien. |
||
![]() De doeroecoeli is een nachtaapje. Met de grote ogen kunnen ze zelfs in het donker nog een beetje zien |
||