De mammoet

Sneeuwstormen en ijskappen

Mammoeten leefden in het Pleistoceen. Dit is de periode zo'n 1,65 miljoen jaar geleden begon en 12.000 jaar geleden ophield. In het Pleistoceen wisselende het klimaat op aarde sterk. Soms was het kouder dan nu, maar soms ook wel warmer. De koude perioden noemen we ijstijden. In het noorden kon het extreem koud zijn. De ijzige wind joeg sneeuwstormen over heel Noord-Europa en Noord-Amerika. Grote gebieden waaronder ook Nederland waren soms met ijskappen bedekt. Vanuit de bergen strekten gletsjers zich ver uit over het landschap. Enorme stenen werden met het ijs meegevoerd en kwamen in het laagland terecht: de zwerfkeien. Dan brak er weer een warmere periode aan. Het ijs smolt en de plantengroei keerde terug.

Haren tot op de grond

Er hebben drie soorten mammoeten bestaan. De eerste op aarde was de zuidelijke mammoet, daarna kwam de steppenmammoet, en laat in het Pleistoceen -zo'n 600.000 jaar geleden- leefde de meest bekende mammoet: de wolharige mammoet. Het hele lichaam van de wolharige mammoet was uitgerust om de echte ijstijden te doorstaan. Hij had een dikke vacht waarvan de haren soms tot aan de grond reikten. De oren waren klein en ook bedekt met haren. De twee andere mammoeten waren lang niet zo dik behaard. Omdat veel van het water op aarde bevroren was, waren sommige zeeën drooggevallen. Daardoor kon de wolharige mammoet zich verspreiden over grote delen van de wereld. Hij kwam voor in Noord-Amerika, Europa en Azië.



De wolharige mammoet
De wolharige mammoet is het meest bekend.


Een bijzonder gebit


Olifanten en mammoeten horen bij de slurfdieren. De steppenmammoet was het grootst: hij kon wel 4 ½ meter hoog worden. De wolharige mammoet was een stuk kleiner; hij was iets hoger dan drie meter. Alle mammoeten hadden grote slagtanden, veel groter dan die van de olifanten van tegenwoordig. Mammoeten waren net als de olifanten planteneters. Om het grote lichaam te onderhouden, moesten ze veel eten. Van al dat malen van het voedsel sleten de kiezen. Zeker in de koude periode toen de planten op de toendra's droog en vezelig waren. De mammoetkiezen waren dan ook heel bijzonder. Ze waren veel hoger dan die van olifanten, en ze bestonden uit een heleboel richels: de lamellen. De wolharige mammoet, die het droogste voedsel moest eten, had de hoogste kiezen met de meeste lamellen.
slagtanden
De slagtanden van een mammoet waren groter dan die van de olifanten

Resten uit de ijstijd


Overal waar de mammoet leefde, worden er tegenwoordig fossiele botten, kiezen of slagtanden gevonden. Ook in Nederland. In zand- en grindgroeven waar in de ijstijd rivieren stroomden, vindt men tegenwoordig mammoetbotten. Noordzeevissers vinden mammoetresten in hun vissersnetten. In het koude Siberië en Alaska zijn zelfs complete wolharige mammoeten gevonden, diepgevroren in het ijs. Ze waren met huid en haar bewaard gebleven. Het ivoor is nog steeds geliefd bij handelaren. Zij breken de slagtanden in stukken en laten er door Chinese kunstenaars beeldjes van maken. Er zijn in grotten mammoettekeningen gevonden die gemaakt zijn door de oermens.

Tijdgenoten


Een bekende tijdgenoot van de mammoet was het reuzenhert. Het uitgestorven hoefdier had een gewei op zijn kop met een spanwijdte van wel 3 ½ meter. Er leefden kudden bisons en steppenwisenten in die tijd, en verschillende soorten muskusossen die in groepen op de toendra graasden. Een vleeseter uit die tijd was de sabeltandtijger. Dit katachtige roofdier had vlijmscherpe hoektanden in de bovenkaak die als dolken (of sabels) buiten de bek zichtbaar waren. In de tijd van de mammoeten was ook de oermens al op aarde. In het Geologisch Museum van Artis zijn schedels te zien van mensen uit de oertijd, zoals van de Neanderthaler die ook in het tijdperk van de mammoet leefde. Er staat een skelet van een reuzenhert, er ligt een schedel van de sabeltandtijger en er is een flinke mammoetkies te bezichtigen.

reuzenhert Het uitgestorven reuzehert was een tijdgenoot van de mammoet

Uitgestorven


Zo'n 12.000 jaar geleden stierf de mammoet uit. Hoe kon dat gebeuren? Misschien omdat het warmer werd op aarde. Het ijs begon te smelten, dus de zeespiegel steeg. Daardoor kwamen grote stukken land onder water te staan. De plantengroei veranderde in snel tempo, waardoor het eten van de mammoet verdween. In Polen en Rusland zijn veel woonplaatsen gevonden van mammoetjagers. Ze jaagden met speren. Ze aten het vlees, en van de huid werden tenten gemaakt. Uit de ivoren slagtanden werden beeldjes gesneden en veel botten werden gebruikt als brandstof. Veel hout was er namelijk niet te vinden op de droge toendra. Botten werden ook gebruikt om hutten te bouwen. Er zijn hutten gevonden die zijn opgetrokken uit de beenderen van wel meer dan 60 mammoeten.



Mammoet als bouwpakket

In Siberië hebben ze een skelet van een mammoet opgegraven. Alle beenderen zijn door de geologen keurig bij elkaar gelegd maar het lijkt nog niet op een mammoet.

Kunnen jullie hier wat van maken? Klik op PRINTEN en knip de onderdelen uit; schuif en puzzel net zolang tot het skelet is zoals het moet zijn.








home