De leeuw

de koning der dieren



De koning van het dierenrijk


Wie aan leeuwen denkt, denkt aan Afrika. Leeuwen leven op de savanne; de wijde grasvlakten waar zebra's, gnoes en giraffen grazen. Maar ook in India komen leeuwen voor, zij het alleeen nog maar in één bepaald gebied. Daar zijn ze bedreigd omdat veel van hun leefgebied tot weiland wordt gemaakt voor het vee. Vroeger kwam de leeuw tot in Europa voor. De leeuwenvacht is zandkleurig. Alleen de toppen van de oren én de staartpunt zijn zwart. Op de tijger na, is hij de grootste kat die bestaat. Een volwassen man wordt meer dan twee en een halve meter lang en kan 200 kilo wegen. Hij wordt niet voor niets de koning der dieren genoemd.

De leider van een harem


Van alle katachtigen is de leeuw de enige die in groepen leeft. Het mannetje is de leider van een harem; een groepje leeuwinnen met hun jongen. Dankzij de manen op hoofd, nek en schouders is hij gemakkelijk als baas te herkennen. Hij moet het territorium verdedigen. Een territorium is een stuk land waar dieren leven. Ze bepalen zelf de grenzen. De leeuw plast tegen bomen om soortgenoten te laten weten dat het zijn territorium is. Soms brult hij om iedereen te laten horen dat hij aanwezig is. Indringers worden verjaagd. Soms komen groepen leeuwen voor een poosje samen. Als iedereen zich aan de regels houdt, krijgen ze geen ruzie.

De sterkste op de troon


Jonge mannetjes hebben geen harem. Ze leven vaak alleen of in mannengroepjes bij elkaar. Als ze groot en sterk genoeg zijn, dagen ze de leeuwen die wél een harem hebben, uit. Meestal verliezen ze. Maar is de haremhouder oud of ziek, dan wordt hij zonder pardon van de troon gestoten. De vrouwtjes willen graag een sterke man. Zij zullen de nieuwe baas daarom altijd accepteren. De nieuwe leider wil graag de echte vader van de jongen zijn. Daarom bijt hij de welpen in de groep soms dood. De vrouwtjes willen na een tijdje weer paren. De leeuw is er dan van verzekerd dat hij de vader is van de welpen die geboren worden.

Samen op jacht


Leeuwen liggen graag te luieren in de schaduw. Ze houden niet van water en klimmen zelden in een boom. Als ze honger hebben gaan de leeuwinnen op jacht. Ze eten zebra's, gnoes en antilopen, maar ook wel eens een jonge giraf of een wilde buffel. Ze jagen vaak in een groep. Twee of drie leeuwinnen verstoppen zich in het gras en een andere leeuwin sprint op de prooi af. De vluchtende dieren worden gegrepen door de leeuwinnen die plotseling uit hun schuilplaats tevoorschijn komen. De prooi wordt bij de nek gegrepen, en stikt. Het is nog een hele klus om een prooi te pakken te krijgen. Soms moeten de leeuwinnen een fiks gevecht leveren voordat ze aan de maaltijd kunnen beginnen.

Eerst de darmen dan het vlees


Als het karwei is geklaard, komt het mannetje van zijn rustplaats. Hij mag als eerste eten. Met de scherpe hoektanden wordt de prooi opengescheurd. De ingewanden zijn favoriet. In de darmen zitten de vitaminerijke grassen die het hoefdier heeft gegeten. Dat is ook voor een leeuw gezond. Als de leeuw zijn portie heeft gehad, zijn de vrouwtjes en de jongen aan de beurt. Ze scheuren het vlees van de botten. Soms eten leeuwen de restjes die door hyena's zijn achtergelaten. In Artis krijgen de leeuwen bijna elke dag een groot stuk runderbot met vlees. Met hun ruwe tong raspen ze het bot helemaal kaal. Als alles op is, likken ze de poten schoon en geven ze hun gezicht een wasbeurt. Net als poezen die gegeten hebben.

De leeuwin

De tong van een leeuwin

Welpen met vlekjes


In de paartijd verlaat het mannetje met één van de vrouwtjes de groep. Dagenlang blijven ze bij elkaar. Ze paren soms wel dertig keer op een dag. Na iets langer dan drie maanden worden de jongen geboren, meestal twee, drie of vier. De leeuwin werpt haar jongen buiten de groep, op een veilige plaats tussen de struiken. De jongen drinken melk. Als de leeuwin op jacht gaat, blijven de welpjes alleen achter. Hyena's en andere roofdieren loeren nog wel eens op zo'n nestje. Het is dus een gevaarlijke tijd voor de welpen. De jongen hebben vlekjes die lijken op de schaduw van de bladeren van het struikgewas. Ze zijn dus goed gecamoufleerd. Als ze ouder worden verdwijnen de vlekken.

Speels als jonge katjes


Zodra de welpen kunnen lopen, gaat de familie terug naar de groep. Soms is er nog een leeuwin met welpen. Want de leeuw paart met alle vrouwtjes uit de groep. Alle leeuwinnen zorgen voor de jongen. Ook de vrouwtjes zonder welpen likken de jongen en beschermen ze. De jongen zijn heel speels. Ze rollen -net als alle jonge katjes- over elkaar heen en laten ook hun vader en moeder niet met rust. Na drie maanden, als ze groot genoeg zijn, mogen ze mee op jacht. Na twee jaar kunnen ze op eigen benen staan. Dan worden ze uit de groep verstoten en moeten ze voor zichzelf zorgen.
jonkies
De jongen hebben vlekjes.
 

home