Katachtigen


Een grote familie


Eigenlijk verschillen katachtigen vooral in grootte, en in kleur of vlekkenpatroon. De vorm van kop, het lijf en de poten, aan alles kun je zien dat het om één grote familie gaat. Ze hebben een brede, afgeplatte schedel en een korte, ronde neus. Ze besluipen allemaal geruisloos hun prooi. Ze doen dat heel geconcentreerd; ze volgen elke beweging van de vogel, de muis of het hoefdier waarop ze het gemunt hebben. Op het juiste moment gaat de kat in de aanval over. De prooi wordt eerst doodgebeten en pas daarna opgepeuzeld. Zo doet onze huiskat dat met muizen, merels en mussen, en de leeuw met zebra's, gnoes of antilopen.

jaguar

De jaguar is een katachtige met vlekjes.

Lynx

De lynx is te herkennen aan de pluimpjes aan de oren

Grote en kleine katten


De huiskat, de wilde kat, de lynx en de boskat zijn voorbeelden van
de kleine katten. De poema hoort daar ook bij, ook al is hij groot. Kleine katten kunnen spinnen. Als ze tevreden zijn maken ze een snorrend geluid bij het in- en uitademen. De panter, tijger, leeuw, jaguar en de cheetah (jachtluipaard) horen bij de grote katten. Grote katten spinnen niet. Ze snorren soms bij het uitademen. Grote katten brullen, dat doen klein katten niet. Katten komen voor in alle werelddelen, behalve in Australië. Daar leeft alleen de huiskat die daar ooit door mensen naar toe is gebracht. In Artis leven de meeste katachtigen in de roofdierengalerij. Daar kun je prachtig de verschillen zien tussen de gevlekte jaguar, de gestreepte tijger, de witte sneeuwpanter met vlekken, en de lynx met pluimpjes aan de oren. Ook leeuwen zijn in Artis te vinden.

propere dieren


Bij een poes kun je goed zien hoe katachtigen zich wassen. Eerst likken ze met hun tong de poten schoon. Met de schone poot krijgt het gezicht een wasbeurt. Kleine katten wassen zich beter dan grote katten. De haren die loslaten worden ingeslikt. Katten zijn vleeseters, maar als ze een haarbal in hun maag hebben, eten ze gras. Daar moeten ze van braken en zo verwijderen ze de haarbal uit hun maag. Als een kat een vogel eet, plukt hij eerst de veren. Muizen worden met huid en haar gegeten. Grote katten scheuren de prooi open met de scherpe hoektanden. Ze beginnen met de ingewanden. Daar zitten veel vitaminen in!

Kiezen als een schaar.


Katten eten vlees en dat is soms taaie kost. Daarom hebben ze knipkiezen, net als andere vleeseters. De kiezen hebben scherpe punten en ze werken als de mesjes van een schaar; ze schuiven bij het eten langs elkaar. Zo worden de brokken vlees in kleine stukjes geknipt. Als een poes een taai stuk vlees kauwt, zie je dat hij het hoofd schuin houdt. Zo kan hij de brok gemakkelijk tussen de knipkiezen krijgen. Met de scherpe hoektanden kunnen katachtigen hun prooi doden, vasthouden en openscheuren. Katten kunnen heel goed horen en uitstekend zien. Hun ogen weerkaatsen licht in het donker.

S
cherpe nagels


Bij een poes kun je de zachte kussens onder de voet goed voelen. Tussen de kussens zitten de nagels van de tenen verstopt. Behalve de cheetah en de platkopkat, trekken alle katachtigen in rust hun nagels in. De scherpe klauwen komen tevoorschijn wanneer de kat een prooi vangt. De meeste katten zijn uitstekende klimmers; ook daarbij komen de klauwen goed van pas. Een huiskat heeft een krabpaal, de katten in het wild scherpen de nagels aan bomen. Ze rekken zich daarbij vaak helemaal uit. Als een kat valt, komt hij meestal op zijn pootjes terecht. Hij is zó lenig dat hij in één beweging kan voorkomen dat hij op zijn rug valt. De kleine katten klimmen beter dan de grote. Grote katten zoals b.v. het luipaard nemen hun prooi soms mee de boom in om er ongestoord van te kunnen genieten.


De sneeuwpanter
Deze sneeuwpanter heeft de nagels ingetrokken.

 


Blazen en brullen


Behalve de leeuwen, leven katachtigen meestal alleen. Ze hebben een territorium waar ze slapen en jagen. Ze geven met geurtjes de grenzen aan. Ze plassen tegen stenen en bomen, en ze poepen vaak op vaste plekken. Ook als ze aan bomen krabben laten ze hun geurtje achter. Zo weet iedereen dat het territorium bezet is. Veel kleine katten die ruzie hebben, blazen en dreigen naar elkaar. Ze zetten een hoge rug op en hun haren staan rechtovereind. Grote katten grommen en brullen als ze worden gestoord. Ze laten hun scherpe tanden zien om de vijand af te schrikken.

Een veilig nest


In de paartijd zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Ze paren met elkaar, en daarna gaan ze meestal weer ieder hun eigen gang. Huiskatten hoor je soms schreeuwen als kleine kinderen. Ze zijn dan krols; ze willen paren. De jongen van een kat zijn doof en blind. Ze worden in een nestje geboren. De moeder zorgt voor de kleintjes. Als ze bang is voor gevaar, neemt ze haar jongen één voor één in de bek en versleept ze naar een veiliger stekje. Als je huiskat jongen heeft, kun je haar het beste zoveel mogelijk met rust laten. Anders moet ze met haar gezinnetje steeds op zoek naar een andere klerenkast!
moeder leeuwin
Katachtigen zorgen goed voor hun kleintjes


home