Het
heelal
|
|
Een leeg heelal Het heelal is alles wat bestaat. Ontelbaar veel sterrenstelsels die elk weer bestaan uit miljoenen en miljarden sterren. Ze bevinden zich in een eindeloos uitgestrekte ruimte waarvan niemand precies weet hoe groot hij is. In al die sterrenstelsels zijn de sterren soms duizenden lichtjaren van elkaar verwijderd. Tussen de sterren in een sterrenstelsel drijven nevels van stof- en gaswolken waaruit later misschien weer nieuwe sterren ontstaan. Alles gaat voort, en voort, en voort. Ondanks die ontelbare hoeveelheid sterrenstelsels, is het heelal vooral leeg. Het bestaat voor 95 % uit niks. |
|
De Melkweg Onze zon hoort met haar planeten ook bij een groep van miljarden sterren. Deze sterren suizen samen als een platte spiraalvormige schijf door het heelal. Ons sterrenstelsel wordt de 'Melkweg' genoemd. Wij bevinden ons met onze zon aan de rand van de Melkweg. Op een mooie winteravond kun je bij helder weer een wazige band aan de hemel zien. Het lijkt alsof iemand met melk heeft lopen knoeien. Dat is nou het Melkwegstelsel waar we zelf bijhoren. We kijken er dan zó tegenaan, dat we al die miljarden sterren -die we nooit als aparte sterren aan onze hemel zien omdat ze te ver weg staan- als een witte wazige band aan de hemel zien. Die witte band is het zwakke schijnsel van al die sterretjes bij elkaar. |
![]() Onze Melkweg is, net als dit sterrenstelsel, een spiraalvormige platte schijf |
Clusters en Supercluster Het volgende sterrenstelsel buiten onze Melkweg is het Andromeda-sterrenstelsel. Het staat meer dan 2 miljoen lichtjaren bij ons vandaan. Sterrenstelsels verenigen zich in groepen die Clusters genoemd worden. De Melkweg en Andromeda horen bij een cluster van wel dertig sterrenstelsels die 'de Lokale Groep' wordt genoemd. Clusters verenigen zich op hun beurt weer in verschillende 'Superclusters'. Het heelal wordt dus gevormd door een weefsel van Clusters en Superclusters in de ruimte. |
|
De oerknal Hoe is het heelal ontstaan? Sterrenkundigen weten dat het heelal steeds groter wordt, want sterrenstelsels bewegen door de ruimte steeds verder van elkaar af. Dat betekent dat het heelal ooit kleiner moet zijn geweest. Aan de hand van de snelheid van sterrenstelsels is berekend dat het heelal ongeveer 15 miljard jaar oud is. Misschien uit het niets, niemand weet het zeker. Zou er ooit niks zijn geweest? En hoe kan er uit het niks tóch iets ontstaan? Dat zijn vragen waar sterrenkundigen over nadenken. Hoe dan ook, 15 miljard jaar geleden is alle materie de ruimte ingeslingerd. Dat was de 'oerknal', het begin van het heelal. |
![]() Uit gas en sterrenstof ontstaan sterren, planeten en manen |
Een 'finale klap'? Na de oerknal zijn er uit de materie in het heelal overal sterren en sterrenstelsels ontstaan. Alles wat bestaat is ooit sterrenstof geweest. Zelfs je kleren, je computer, en niet te vergeten jijzelf en iedereen en alles op de wereld. Volgens sterrenkundigen zou het heelal best eens een keer ineen kunnen storten, tot niets. In plaats van een oerknal gebeurt dan het omgekeerde; een 'finale klap' maakt een einde aan het heelal. | |
Nietig en klein In vergelijking met veel andere hemellichamen, is de aarde een nietig, klein en onopvallend bolletje. Vroeger dacht men dat de aarde het middelpunt was van het heelal. De maan, de zon, planeten en sterren, ze draaiden allemaal rondom de aardbol. Nicolaus Copernicus was de eerste die daar zijn twijfels over had. In het jaar 1543 liet hij weten dat de aarde best eens om de zon kon draaien. Zeventig jaar later bewees Galileï dat Copernicus gelijk had. Maar in die tijd wilde niemand hem geloven. |
|
Een mysterie Hoewel er inmiddels veel bekend is over het heelal, blijft het een mysterie. Hebben alle sterren planeten? Bestaan er méér planeten waar leven is ontstaan? De kans is groot dat het wél zo is. Want de zon is een ster zoals er ontelbaar veel andere zijn. Die kunnen net zo goed omringd worden door een planeet als de aarde. Er zijn ook sterrenkundigen die zich afvragen of ons heelal het enige heelal is dat bestaat. Waarom zouden er niet veel meer heelallen zijn, ver buiten het onze? Daarmee vergeleken zijn wij misschien een heel klein, nietig en onopvallend heelalletje! |
|