Fiche : de keizerspinguïnFamilie Van de 18 soorten pinguïns die in het zuidelijk halfrond leven, is de keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri) de grootste en de indrukwekkendste. Hij is ook één van de zeldzame pinguïnsoorten die echt aan de zuidpool leven. De meeste andere soorten vertoeven in wat minder koude gebieden. En voor wie er nog aan twijfelde, pinguïns zijn wel degelijk vogels! een herkenbaar geluid Voor ons is het zo goed als onmogelijk om in een kolonie pinguïns de ene van de andere pinguïn te onderscheiden. Maar zelf hebben de pinguïns daar geen moeite mee. Elke keizerspinguïn heeft een andere roep, waaraan de anderen hem kunnen herkennen. Pinguïnkoppels leven soms maandenlang van elkaar gescheiden (tijdens het broedseizoen). Maar ze vinden elkaar makkelijk terug dankzij het unieke 'gezang' dat elk van hen voortbrengt. Duikkampioenen Pinguïns zijn uitstekende zwemmers, die onder water als het ware 'vliegen'. Hun lievelingsvoedsel is krill (schaaldiertjes die wat op garnalen lijken), vis en kwallen. Pinguïns hebben een pak van waterdichte veren en een dikke vetlaag, zodat zij lang onder water blijven zonder kou te krijgen. Pinguïns duiken ook als de beste, en de keizerspinguïn is de grootste duikkampioen van allemaal! Men zag hem al duiken van 382 m uitvoeren! Voortplanting Keizerspinguïns zijn de enige pinguïns die hun eieren leggen en uitbroeden in de 'zuidelijke winter'. In mei (wanneer het lente is bij ons, maar herfst in het zuidelijk halfrond) leggen de vrouwtjes één ei. Dan duiken ze de zee in, en laten het mannetje achter om voor het ei te zorgen. Geen gemakkelijke opgave! Negen weken lang koestert het mannetje het ei onder een huidplooi aan zijn poten. De mannetjes gaan dicht bij elkaar staan, buik tegen rug, om het zelf niet te koud te krijgen. Tijdens deze periode eten ze helemaal niets: het is dus maar goed dat ze voordien een flinke vetlaag hebben gekweekt! Als het ei uitkomt, neemt het vrouwtje de zorg weer op zich. Het mannetje is ondertussen een derde van zijn gewicht verloren, en haast zich naar de zee (die soms honderd kilometer van de kolonie kan liggen!) om te eten. Het vrouwtje zorgt nog zes weken voor haar jong. Nadien gaat het jong naar… de 'crèche'! Een hele groep pinguïnjongen blijkft samen onder het oplettend oog van een aantal volwassen pinguïns. In januari, bij het begin van de zomer in het zuidelijk halfrond, zijn de jongen groot genoeg om zichzelf te redden. bedreigingen De opwarming van de aarde bedreigt ook de pinguïns: de ijskap smelt, waardoor de vogels soms maar moeilijk een geschikte broedplaats vinden. Ook de vervuiling speelt een rol. Giftige stoffen die in zee worden geloosd, komen door de stromingen in het water vaak aan de zuidpool terecht. Vissen en andere zeedieren nemen deze stoffen op, en sterven. Of ze worden opgegeten door de pinguïns. Tot slot maakt de overbevissing van vis en krill het de pinguïns moeilijk om voldoende voedsel te vinden.
|