Fiche : DE KAMELEON
Indentiteitskaart
Wetenschappelijke naam:
Chamaeleo chamaeleon
Grootte: 20 tot
30 cm
Voortplanting:
legt op het einde van de zomer 20 tot 30
eieren die de volgende lente uitkomen
Levenswijze:
solitair, behalve tijdens het paarseizoen
Leeftijd:
mannetjes 6-7 jaar, wijfjes 3-4 jaar
Verspreiding:
Noord-Afrika, Zuid-Europa (Zuid-Spanje,
Portugal, Kreta),
Bedreigd?: deze
kameleon wordt in verschillende gebieden
bedreigd
Geboorte:
Het is lente en kom ik uit het ei! Met
mijn speciale tand baan ik mij door de
eierschaal een weg naar buiten en steek mijn
kopje naar buiten. Als ik uit het ei kruip
lijk ik al als twee druppels water op mijn
ouders, maar dan in het klein natuurlijk!
Mijn eerste taak in het leven: snel een boom
opzoeken want op de grond is het niet
veilig. Ik kruip dus snel langs een boomstam
naar boven, nestel mij op een tak en begin
meteen te eten.
De
volgende weken:
Ik heb een huid van schubben die niet kan
groeien. Ik moet dus steeds vervellen om
groter te worden. Dan gooi ik mijn oude huid
af. Nu gebeurt dat nog vaak, want ik moet
nog flink groeien, maar later zal ik nog
maar af en toe vervellen. Ik eet heel flink.
Als ik honger heb, blijf ik stil zitten tot
ik een prooi bespeur. Mijn grote,
uitpuilende ogen kan ik tegelijkertijd in
verschillende richtingen bewegen: ik zie dus
heel goed wat er rond mij gebeurt. Ik ben
gek op insecten, vooral sprinkhanen. Die
vang ik met mijn kleverige tong, die ik ver
kan uitsteken. Ze is bijna even lang als ik!
Na
6 maanden
Ik zit de hele tijd in bomen en struiken,
maar je zal me zelden zien, want ik ga als
het ware op in mijn omgeving. Naargelang de
streek waar ik ter wereld kom, heb ik een
bepaalde kleur. Maar ik kan ook heel snel
van kleur veranderen. Dat doe ik onder
invloed van licht of temperatuur, als ik een
signaal wil geven of van gemoedstoestand
verander. Meestal ben ik geelbruin, maar
soms ook groen of zwart. Als er gevaar
dreigt blaas ik mij helemaal op en kleur ik
donker. Met mijn opengesperde bek zie ik er
dan heel vervaarlijk uit!
Na
17 maanden
Het is zomer en tijd om aan jongen te
beginnen denken. Ik ga ijverig op zoek naar
een mannetje. Na de paring verander ik van
kleur en kunnen kunnen andere mannetjes zien
dat ik niet meer in hen geïnteresseerd ben.
Tegen het einde van de zomer leg ik 27
eitjes. Ik begraaf ze op een zonnige plek
aan de voet van een boom. Zo, mijn taak is
vervuld, ik hoef niet meer naar mijn
nageslacht om te kijken.
|