De koptelefoonaansluiting op de eerste iPhone was knap onhandig
Het grote nieuws van afgelopen week was het verdwijnen van de koptelefoonaansluiting op de iPhones. Dat was al eerder gedaan door een paar kleine fabrikanten, maar nu Apple de sprong waagt zullen nog veel meer fabrikanten volgen. Voor iPhone-gebruikers is het interessant om eens terug te kijken naar de iPhone van 2007, die niet geschikt was voor oordopjes van bestaande merken. Alleen de oordopjes van Apple pasten erin.
We weten niet of het opzet was, of dat Apple gewoon niet goed had opgelet. Maar in de eerste iPhone van 2007 zat ook geen normale 3,5mm jack. Het probleem was, dat de jack enorm diep zat, waardoor de meeste oordopjes niet pasten. Die hadden namelijk een verdikking waardoor je ze niet diep genoeg in de opening kon steken. Apple leverde oordopjes mee die wat slanker waren uitgevoerd. Er verschenen daarom adapters op de markt, waarmee je kon zorgen dat je je favoriete oordopjes kon blijven gebruiken.
Toenmalige gebruikers hadden drie keuzes: alleen nog Apple’s eigen oordopjes gebruiken, proberen om iets af te schaven van bestaande oordopjes of gebruik van een adapter. Apple waarschuwde er in 2007 zelf voor: “Some stereo headphones may require an adapter (sold separately) to ensure proper fit.” Het duurde wel even voordat andere fabrikanten oordopjes met een slanke connector maakten.
Het oordopjesdebacle leverde blijkbaar zoveel irritatie op, dat Apple het een jaar later bij de iPhone 3G oploste. Steve Jobs noemde het speciaal in de keynote van WWDC: de nieuwe iPhone zou beschikken over een “flush headphone jack, so you can use any headphones you like.” Er ging gejuich op in de zaal:
De Geschiedenis van de Computer