La Bohème


 

La Bohème
Dit gaat over een tijd
een lang vervlogen tijd
ik ben het niet vergeten

Als beginnend kunstenaar
de verf zat vaak tot in mijn haar
De koude zolderkamer met een bed,
een tafel, twee kapotte stoelen

Het was kortom geen weelde
maar ’t was wel de plek
waar we onze liefde deelden

La Bohème
La Bohème

We waren jong,
we hadden tijd in overvloed

La Bohème
La Bohème

Het was voor eeuwig,
voor altijd, het was voorgoed

Jij poseerde voor mij
vaak tot diep in de nacht
jij gaf mij inspiratie

De liefde tussen jou en mij
besloten in een schilderij

Als ik mij consentreerde
op jouw naakte lichaam
rondingen en lijnen
voelde ik hoe jouw lippen,
vochtig, sensueel
verdronken in de mijne

La Bohème
La Bohème

We waren jong,
we hadden tijd in overvloed

La Bohème
La Bohème

Het was voor eeuwig,
voor altijd, het was voorgoed

We leefden met de dag
het was soms een hard gelach
als er geen geld was om te eten

Maar voor een appel en een ei
verkocht ik dan een schilderij
Dan hadden wij weer brood,
wat kaas, rode wijn,
de kachel kon weer branden

Toch doofde op den duur
de liefde en het vuur
Je glipte uit mijn handen

La Bohème
La Bohème

We waren jong,
we hadden tijd in overvloed

La Bohème
La Bohème

Het leek voor eeuwig,
voor altijd, maar niet voorgoed

Laatst reed ik er voorbij
het is nu anders dan toen wij
er samen onze liefde deelden

Die zolderkamer van weleer
het hele huis bestaat niet meer

Betonnen dozen op elkaar
niet meer te vinden waar
ik jou heb aanbeden

Maar met mijn ogen dicht
Zie ik weer jouw gezicht
en droom van ons verleden.

La Bohème
La Bohème

Ach, we waren jong,
we hadden tijd in overvloed

La Bohème
La Bohème

Het is voor eeuwig,
voor altijd, voorbij, voorgoed
 







terug naar de teksten